Wanneer we in Zwolle wakker worden, is het nog vroeg. Op ons veld, waar nog een andere tent, twee caravans en twee campers staan slaapt iedereen nog. Rondom dauw.
We verlaten onze tent en gaan even verderop, voor het gebouw van de receptie, aan een houten picknicktafel met twee banken zitten. De plastic zakjes met ontbijtspullen en ons kookstelletje brengen we mee. Als we een minuut of 10 later een verse kop koffie inschenken, klinkt in de verte een licht getik. “TIK”.
Druppelsgewijs passeren er vroege arbeiders. Te voet, op de fiets “TIK” en anders verschijnen ze in de auto voor de slagbomen van het campingpark. Raampje open “TIK”, pasje bij de hand. We leveren hier en daar wat commentaar bij het passeren van de voege vogels “TIK”.
Het getik klinkt alsmaar harder.
Achter een nog niet lang geleden getrimde haag verschijnt de bron van het getik “TIK”. De vrouw die je in gedachten hebt als je aan het oude spinvrouwtje van Doornroosje denkt piept de hoek om. Aan haar linkerarm draagt ze een kruk. De kruk zegt: ”TIK”.
De vrouw komt recht op ons af. Haar lange grijze haren hangen los over haar schouders. Mijn aandacht wordt getrokken door een kliedertje koffie op haar gele trui. Midden tussen haar zware borsten. Iets te vroeg gekanteld toen ze het volle kopje koffie naar haar lippen bracht, denk ik.
“Mag ik erbij komen zitten?” vraagt ze als het tikken is opgehouden.
“Ja hoor dat kan net met die anderhalve meter afstand” antwoordt Nicole.
Het spinvrouwtje gaat naast Nicole op de bank zitten. Op het uiterste puntje en met de rug naar Nicole gekeerd. De opstelling is daarmee Coronaproof.
“Moet u bij de receptie zijn?” vraag ik.
“Nee, ik wacht op de taxi. Die komt me zo ophalen.” zegt de vrouw.
De vrouw kijkt vlug op haar horloge.
“Bent u nog op tijd?” vraag ik.
“Ja, ik ben altijd te vroeg. Dat geeft de taxi vertrouwen.”
“U bedoelt dat de taxi weet dat u altijd op tijd klaar zit?”
“Je moet ze een beetje vertrouwen geven. Dat ze op je kunnen rekenen. Dat vinden zij ook fijn.” bevestigt ze.
“Ja, een beetje vertrouwen is nooit weg. Hoe laat komt de taxi?”
“Om kwart voor 8.”
“En hoe laat is het nu?”
Ze kijkt nog eens vluchtig op haar horloge.
“Bijna tien voor half acht, nee het is al tien voor half acht.” corrigeert ze zichzelf streng.
“Ohhh dan bent u inderdaad ruim op tijd. Dat zal de taxi vast wat extra vertrouwen geven.”
“Ja, dat weet ie ook wel hoor, dat ie me kan vertrouwen. Ik zit hier altijd klaar.”
Nicole staat op en loopt over het veld naar onze tent. Even is het stil aan de picknicktafel. Al snel besluit ik de stilte te doorbreken.
“Waar gaat u naartoe?”
“Ik ga naar de club.”
“Oh, van welke club bent u lid?”
“De seniorenclub.”
Beelden schieten door mijn hoofd van rummikubbende senioren met hier en daar een breiclubje, koffie en een koekje.
“Wat gaat u daar doen? Kaarten ofzo of bingo?”
“Nee, Dijmond Peente”
“Sorry, wat?”
“Dijmond Peente, met kleine diamanten!”
“Oh! Diamond Painting. Daar heb ik nog nooit van gehoord.”
Bijna direct hield ze me een doos voor die ze razendsnel uit een grote Aldi-tas tevoorschijn toverde. Op de doos prijkte een papegaai, zittend op een kort gezaagde boomstam. Ik kon nog net zien dat de papegaai met 15.000 diamantjes tot leven kon worden gebracht voordat de doos weer vliegensvlug in de tas verdween.
“Mooi” zei ik maar.
De tas had nog meer in petto. Hop! Daar hield ze een kleurige vlinder op. Achter glas en ingelijst bovendien. Ik vond de diamantjes wat tegenvallen. Ze twinkelde ook niet zoals de foto van de papegaai zojuist op de doos deed vermoeden. Het leken meer doffe ronde stukjes glas.
“Prachtig!” wat kan mij het schelen.
De vlinder ging terug de tas in en huppakee! Daar kwam nog een lijst uit de tas. Een straattafereeltje dit keer.
“15.000 diamantjes zijn het.” zei ze.
“Dan moet u een geduldig mens zijn!” besloot ik.
Ze keek nog eens op haar horloge terwijl ik de laatste ontbijtspulletjes bij elkaar raapte. Ik stond op en vertrok richting tent.
“Maak er een mooie dag van!” wenste ik de vrouw tenslotte toe.
“Dat ga ik zeker doen.” was haar antwoord.
De vrouw bleef wachtend op haar taxi aan de picknicktafel zitten. Haar kruk pakte ze van de grond en zette ‘m rechtop tegen de houten tafel aan. Klaar voor vertrek.
Ik had de picknicktafel nauwelijks verlaten of de vrouw greep haar mobiele telefoon en deed een belletje. Even later nog een maar ik kon niet horen wie ze aan de lijn had. De taxi? Iemand van de club?
Het moet iets na 8 uur geweest zijn dat het getik opnieuw klonk. Eerst luid maar langzaamaan nam het getik van de kruk op het plaveisel af. Ik zag nog net hoe de vrouw achter de pas gesnoeide heg verdween. In de ene hand een boodschappentas vol diamanten in de andere haar kruk. Iets dieper gebogen dan toen ze voor het eerst verscheen, keerde ze terug naar haar caravan.
Vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard, zeggen ze. Vandaag kwam ie in ieder geval niet met de taxi.
Nep-nieuws beheerst nog steeds het nieuws. Als ik de berichten mag geloven schijnt het overal om ons heen te bestaan. Sylvana demonstreerde voor het gemak bij Pauw even hoe het is om er in te tuinen.
Gisteren hoorde ik iemand op de radio zeggen dat wij, de consumenten van het nieuws, in eerste instantie altijd geneigd zijn nieuwsberichten voor waar aan te nemen. Daar hebben we immers al jarenlange ervaring mee dus dat gaat ons het makkelijkst af, zo verklaarde de man.
We moeten ermee leren leven vrees ik want nep is zo langzamerhand het nieuwe echt aan het worden.
Zo is er de afgelopen weken een enorme online handel in nep-merkkleding opgerold. Deze werd massaal aangeboden op sociale media, u weet wel, de Facebooks en Instagrams waar we met al onze honderden nep-vrienden op zitten om elkaar te overtuigen van ons nep-geluk. De eeuwenoude Mixteekse schedel in het Museum voor Volkenkunde in Leiden. Nep. Ambassades in Ghana. Nep.
Nep-azc’ers, nep-slachtoffers van de aanslagen in Parijs, nep-zwarte pieten, je kunt het zo gek niet bedenken of het bestaat echt.
’Echt’ begint op zijn beurt enorm aan terrein te verliezen. Heeft u Mark Rutte ooit echt zien lachen? Ik geloof het niet. Echte scharrelkippen, bestaan die? Echt Hema?
Maar waar gaat het nu eigenlijk echt om? Het gaat natuurlijk om vertrouwen. En dat vertrouwen wordt steeds meer op de proef gesteld omdat we niet meer goed weten wat echt is en wat nep. Vertrouwen in de politiek verdwijnt snel in de westerse wereld. Zie de verkiezingen in de V.S. en de peilingen hier (al mogen we peilingen ook niet meer vertrouwen). Vertrouwen in de media zijn we ook aan het opzeggen.
Jan Terlouw verwoordde ons gebrek aan vertrouwen zeer treffend in DWDD maar werd vervolgens direct zelf gewantrouwd.
Bij ons in de wijk is het touwtje uit de brievenbus vervangen door een extra slot en een buurt-Whattsapp. De Whattsapp-groep is in het leven geroepen om onraad in de buurt vroegtijdig te signaleren. ’Er rijdt nu al voor de tweede keer een zilveren mazda stapvoets door de straat. De bestuurder heeft zijn raam open en kijkt overal naar binnen. Even in de gaten houden!’, was een van de eerste berichten die in de app verscheen. Ik heb de groep direct verlaten.
Ik had er geen vertrouwen in.
(Column eerder verschenen op metronieuws.nl)