• info@pedalenenverhalen.nl

Tagarchief Verhalen

Nahuatl (3)

‘Precies op deze plek is me iets bijzonders overkomen’, zei Jesús. ‘Het was zes jaar geleden. Ik was net als nu met een groep Nederlandse reizigers op weg naar Tikal’.

Hij liet een stilte vallen waarin hij de feiten nog één keer door zijn hoofd de revue leek te laten passeren. Niet wetende waar het verhaal naartoe zou gaan, bleef ook ik zwijgen. Mijn ogen strak gericht op de ranke chauffeur.

‘Dit is de plek waar zes jaar geleden een jaguar het regenwoud uit kwam lopen. Nooit van mijn leven had ik een jaguar gezien, Dennis!’, zei Jesús, en keek me snel even aan.
Mijn ogen schreeuwden: ”Ga door!”.

Hij vertelde me hoe zeldzaam jaguars inmiddels waren en dat een ontmoeting met zo een prachtig dier in het wild, een godsgeschenk was. Ik was het met hem eens.

‘Toen ik besefte dat het een jaguar was die zich in de verte losmaakte van het regenwoud, minderde ik vaart om uiteindelijk op een meter of honderd van de jaguar met de bus te stoppen’, ging Jesús verder. ‘Dennis, ik had echt zúlke grote ogen’, Bij het woord zulke, maakte hij cirkeltjes van duimen en wijsvingers en mimede een bril; zijn linker knie nam het stuur voor eventjes over. Met grote ogen van ongeloof zag Jesús vervolgens hoe de enorme kat midden op de weg kronkelend ging liggen.

‘Inmiddels waren er een aantal reizigers wakker geworden van het plotseling stoppen van de bus’, vervolgde Jesús. ‘Al snel stonden we met een man of vijf voor in de bus, vanachter het raam, te kijken naar het prachtige dier. In een tel waren alle mensen wakker en werd er in de bus druk gezocht naar fotocamera’s en woorden van ongeloof.

Jesús vertelde hoe iedereen vol van adrenaline was geweest. Ze waren nerveus en opgewonden tegelijkertijd. Er werd getwijfeld of het verstandig was de bus uit te gaan om foto’s te nemen. Het leek gevaarlijk maar tegelijkertijd was het moment zó uniek. Bovendien moest er snel gehandeld worden. De jaguar kon ieder moment opstaan en verdwijnen in het dichte woud. Het dier moest nú worden vastgelegd.

Na kort overleg gingen Jesús en twee fotografen uit het reisgezelschap héél stilletjes de bus uit om van buiten de bus nog mooiere foto’s van de jaguar te maken.

Jesús vertelde hoe ze voorzichtig en muisstil de bus uitstapten. Jesús voorop.
De eerste foto werd geschoten. De drie schuifelden een klein stukje dichter bij de jaguar om het prachtige dier nóg beter op de gevoelige plaat te leggen. Behalve het klikken van de camera’s was het oorverdovend stil.

Honderd meter werden er negentig. Klik.

Negentig meter werden er tachtig. Klik.

Tachtig meter werden er zeventig……

Nahuatl (2)

Het was die vijfde reis dus nog ver voor zonsopgang toen we de lange weg, dwars door de jungle, richting Tikal inreden. Ondanks het vroege uur maakte onze chauffeur Jesús een fitte indruk; iets waar ik als reisleider alert op moest zijn aangezien ik de verantwoordelijkheid droeg voor de inmiddels diep slapende reizigers achter ons in de bus.

Op dit soort vroege en rustige momenten wisselden Jesús en ik dikwijls verhalen uit. Ook die vroege ochtend was dat het geval.

Zo vertelde Jesús honderduit over de vele kinderen die hij had bij evenzovele vrouwen. Het werken als chauffeur maakte het, zo bezag Jesús, onmogelijk een relatie in stand te houden.
Hij had zich hier al geruime tijd bij neergelegd.
Zijn kinderen uit de diverse huwelijken zag hij nauwelijks en met twee van zijn kinderen had hij helemáál geen contact meer. Het deed Jesús pijn.
Terwijl hij dit zei trok hij zijn schouders in een vanzelfsprekende gelatenheid op. Het gezinsleven was hem simpelweg uit de handen geglipt.

Meelijwekkend was Jésus echter allerminst! In de vier voorgaande reizen toonde hij zich naast een kundig chauffeur óók een geslepen vos die precies wist waar hij met de groep toeristen moest stoppen voor een hapje en een drankje om vervolgens van de uitbaters van deze zorgvuldig uitgekozen pleisterplaatsen, in het geheim, envelopjes met steekpenningen in ontvangst te nemen.
Ook kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat Jesús in ieder stadje op zijn minst één schatje had.

Na ongeveer een half uur staarden Jesús en ik, tijdens een stilte tussen twee verhalen in, naar de kleine, enkel door koplampen verlichtte, wereld voor ons. Een dunne mist dwarrelde vlak over het asfalt.

Plotseling wees Jesús me op een plek in het woud, rechts aan de kant van de weg.
Ik keek naar de plek die Jesús me aanwees maar zag niets anders dan dichtbegroeid woud. Langzaam draaide ik mijn hoofd terug naar de chauffeur en keek hem vragend aan. Zijn ogen waren inmiddels weer op de weg gericht maar zijn blik verraadde het begin van een spannend verhaal….

Nahuatl (1)

Het moet zo’n jaar of twaalf á dertien geleden zijn geweest dat mijn werkterrein bestond uit de landen Mexico, Guatemala, Honduras en Belize. Ik was destijds reisbegeleider bij Djoser. Met groepen van een man of twintig doorkruiste ik Centraal Amerika, op weg naar koffieplantages, archeologische sites, markten, kerken en prachtige natuur. Soms was ik met een groep een kleine maand op pad.

In ieder land werden we rondgereden door telkens een andere (lokale) buschauffeur. In Guatemala was dat niet anders en op de grens tussen Mexico en Guatemala stapte ik met vierentwintig Nederlandse reizigers over van de Mexicaanse bus van Angèl naar de bus van de Guatemalteekse chauffeur Jesús. Een duidelijke promotie als we op de voornamen van de beide heren moeten afgaan. Helaas gingen we er wat bus betreft, enorm op achteruit.

De volgende dag, het was half vier in de morgen, zette we koers richting Tikal, een adembenemende Maya-stad in het midden van de diepe jungle van Guatemala.
De reizigers lagen, gezien het vroege uur, al snel weer te slapen in de bus terwijl Jesús en ik de ontluikende dag vast samen doornamen.

Nog ver voor zonsopgang reden we het dichtbegroeide oerwoud in, op weg naar Tikal. Voor ons lag een kilometerslange weg die de bus in de donkere dieptes van de jungle bracht. Aan het einde van deze weg openbaart zich de wonderschone Maya-stad met haar imposante Piramide van de Grote Jaguar en het prachtige Paleis van de Edelen.

Ik had de reis al enkele keren gemaakt. Telkens was het Jesús die me als chauffeur naar Tikal bracht. Jesús is bepaald geen spraakzame man en het was pas na de derde reis naar Tikal dat er iets van een vriendschappelijke band tussen hem en mij was ontstaan. De vierde reis, kan ik zeggen, konden we het zéér goed met elkaar vinden. Echter, het was de vijfde reis die we met elkaar maakten die mij kippenvel bezorgde en die ik van mijn leven nooit meer zal vergeten…..

Wordt vervolgd

Beste Joost,

Het heeft 40 jaar geduurd maar nu ben ik er dan eindelijk achter. Het is van het allergrootste belang in bezit te zijn van een goede stoel. Ik voel me heerlijk! Geen betere plek ter ontspanning dan in mijn nieuwe stoel. Jij, Joost, kenner van meubelen, weet ongetwijfeld al zeer lange tijd alles over nut en noodzaak van een goede zit. Toch heb je nooit de moeite genomen me er op te wijzen. Ik neem het je kwalijk. 40 jaar lang was het, achteraf bezien, behelpen. Afgelopen zaterdagmorgen omstreeks 10 uur is mijn leven echter voorgoed verandert. Ten goede.

Die ochtend had ik een afspraak met Marianne uit Baarn. Marianne had, wegens een herschikking van het interieur, een lederen stoel met dito hocker op marktplaats te koop gezet. Een redelijk strak en klassiek model. Zwart leer met chromen onderstel. De vraagprijs was me wat te dolletjes maar deze wist ik op charmante en humoristische wijze te halveren waardoor de weg werd vrijgemaakt voor een afspraak.

Te Baarn aangekomen (uitermate fraaie plaats met onbeschrijflijk mooie huizen) moest ik op zoek naar een pin-apparaat. Ik passeerde een man met hond en vroeg hem naar het dichtstbijzijnde bankfiliaal. De man wees me de Rabobank iets verder in het dorp. Na enkele reusachtige landhuizen te zijn gepasseerd, trof ik aan mijn linkerzijde voornoemde pin-automaat. Na het pinnen spoedde ik mij terug naar de Willem Pijperlaan (vernoemd naar de begin twintigste eeuwse componist uit Zeist) en belde aan bij het huis van Marianne. De deur werd stevig opengetrokken en Marianne stond met gestrekte arm, bood me haar hand aan, en zei „Jij bent Dennis”. Mij geen andere keus latend dan te antwoorden met de woorden „En jij bent Marianne!”. Ik schudde haar hand.

Marianne trok me met een brede glimlach naar binnen. Ze bleek een vrouw van gepensioneerde leeftijd. Haar haren frivool geverfd. Een mix van rood en grijs waarmee ze poogde vlotheid en klasse te combineren. Een wijdvallende sjaal zorgde er voor dat de balans definitief doorsloeg naar de vlotte kant.

Ik kreeg al snel de indruk dat het leven van Marianne zich op meer vlakken op grensgebieden afspeelt. Baarn is op en top chique maar Marianne woont in een jaren ’70 rijtjeshuis nét achter de imposante hoofdstraat met haar landhuizen. Van het blok rijtjeshuizen woont ze dan weer wél in het ruime hoekhuis met de grote tuin rondom. Het interieur is hoofdzakelijk klassiek maar ook daarin wordt balans gezocht met hier en daar een ’stukje’ moderne kunst.

Vanuit de open keuken keek ik naar de aanbouw (serre, modern). Een leestafel nam een groot deel van deze serre in beslag. Aan de tafel zat de man die me zojuist de pinautomaat had gewezen. Voor zich uitgespreid de dikke zaterdageditie van De Telegraaf (noch klassiek, noch modern). Van de hond geen enkel spoor.

Het weerzien met de man was hartelijk. Hij (géén naam, géén hand) vertelde me vanachter de tafel dat hij bij het uitlaten van de hond al het idee had gehad dat ik vanwege de mogelijke aankoop van hún stoel op zoek was naar de pinautomaat.

Marianne wees me, nu zakelijk (genoeg frivoliteit voor een zaterdagmorgen), op de stoel die ze vanmorgen met haar man van zolder had gehaald. Ze hadden hem midden in de woonkamer gezet. Dit maakte nauwkeurige inspectie mogelijk.

Ik aarzelde niet en ging direct zitten. Marianne benadrukte de goede staat van de stoel. Ze hadden hem immers ook weinig gebruikt zei Marianne. Ze wapperde hierbij met haar handen alsof ze voor een schildersezel de maat van het te schilderen object stond te nemen.

’Hij komt nog van Isassi’, zei ze, en overhandigde me de factuur die ze speciaal voor de verkoop uit de boekhoudkundige map van 2008 had gehaald.

Nu was het de beurt aan de man om de verkoop definitief te beklinken. Vanachter de dikke Telegraaf vandaan gekomen, begon hij me de techniek van de stoel te demonstreren; kennelijk een onderdeel van de verkoop die hij Marianne niet toevertrouwde. ‘Techniek is immers niets voor vrouwen’, moet hij hebben gedacht (klassiek).

Leuning en hoofdsteun konden naar believen kantelen om de perfecte zit te creëren, aldus zijn bijdrage. De man vertrok weer naar de leestafel. Nergens een spoor van de hond.

Ik was er inmiddels wel een beetje klaar mee. Ik had namelijk mijn huiswerk allang gedaan. mijn collega heeft dezelfde stoel. Geen twee weken eerder had ik er nog heerlijk in gezeten terwijl deze collega zich zuchtend in een Sinterklaaskostuum hees.

Ik wilde de stoel heel graag hebben en gaf Marianne het afgesproken bedrag. Ik beende met de stoel uit de modern klassieke hoekwoning weg. Uit het niets verscheen de man om me behulpzaam de hocker na te dragen. We namen afscheid. Marianne zwaaiend in de deuropening.

Ook nu geen enkel spoor van de hond.

Verder alles goed.

1
Translate »