De vertrekdatum van ons loempia-avontuur is bekend. Uiteraard onder alle voorbehouden is gekozen voor 23 februari, een zonnige zaterdag (ook onder voorbehoud). Dit betekent dat we rekening houden met ’een koude start’. Terwijl ik dit schrijf worden er in Polen twee donzen slaapzakken en een extra deken gemaakt die ons door de eerste koude weken moeten helpen. Het dons is waterwerend want ook met regen en vocht houden we rekening. In Indonesië wordt momenteel gezocht naar superlichte sarongs die voor ons tot lakenzakken worden genaaid. De tent die ons in Canada tegen de beren beschermde hebben we ingeruild voor een iets ruimer model (iets hoger vooral) waarin we met onze mini stoeltjes kunnen zitten als het nodig is.
We zitten dus nog volop in de voorbereidingen. De route die we voor ogen hebben brengt ons vermoedelijk naar de volgende landen:
Duitsland
Oostenrijk
Italië
Slovenië
Kroatië
Bosnië en Herzegovina
Montenegro
Albanië
Griekenland
Turkije
Georgië
Armenië
Azerbeidzjan
Iran
Turkmenistan
Oezbekistan
Tadzjikistan
Kirgizië
China
Vietnam
Laos
Thailand
Maleisië
Indonesië
We krijgen heel vaak de vraag: ”Hoeveel kilometer fietsen jullie dan ongeveer per dag?”. Het antwoord is moeilijk te geven. We willen vooral zoveel mogelijk zonder tijdsdruk fietsen. Daar hoort de vrijheid om ergens waar het de moeite waard is ’te blijven hangen’. Ook gaan we voor het Blog en de Podcast op zoek naar verhalen en kan het zijn dat de verhalen ons ophouden of ons een andere richting in sturen waardoor we wellicht niet linea recta op Bali afstevenen (we reizen niet om aan te komen, zoals Goethe al eens zei). Daarmee is ook de vraag: ”Hoe lang doen jullie erover?” beantwoord.
De vraag: ”Waarom?”, is makkelijker te beantwoorden. We stelden onszelf ongeveer een jaar geleden de vraag: ”Wat zou je graag nog eens doen in je leven?”. Als vanzelf ga je over prachtige avonturen fantaseren. Als je daarbij optelt dat er om ons heen, in korte tijd, diverse lieve mensen ziek werden en stierven, dan groeit het besef dat je niet moet wachten tot pakweg je pensioen, om je dromen waar te maken.
En voor je het weet heb je met het stellen van een simpele vraag een zaadje gepland dat als je het blijft voeden, als vanzelf begint te ontkiemen.
Toch is daarmee nog niet alles gezegd. Er is een keerzijde. Vrienden en familie moeten we missen. Nicole moet haar mooie baan in het AVL opzeggen, en ik moet een fantastische drumkruk bij KOLBAK inruilen voor een Brooks zadel. Wel voegen we daar vol overtuiging het woord ’tijdelijk’ aan toe want terugkeren is voor ons net zo mooi als vertrekken.
Het woord vakantie is afgeleid van ’vacatio’, Latijn voor ’vrij zijn van verplichtingen’. Die vlieger gaat voor ons niet op. We hebben er nadrukkelijk voor gekozen om een aantal verplichtingen aan te gaan. Zo zijn we in gesprek met een bedrijf dat ons wil sponsoren in ruil voor geschreven content, en proberen we de verhalen die we onderweg maken zo goed mogelijk te vertalen naar ons Blog en naar onze Podcast. Het eerste interview voor de lokale krant hebben we inmiddels gehad (moet nog verschijnen) en tot eind februari doen we ons best om daar nog enkele vervolgstappen aan toe te voegen. Hierbij kunnen we je hulp overigens goed gebruiken dus heb je suggesties met betrekking tot sponsoring of het vergroten van ons netwerk, neem dan vooral contact met ons op.
We hopen dat je ons actief en met plezier blijft volgen, dat geeft ons het heerlijke gevoel dat jullie met ons meereizen. We hebben plek voor iedereen op onze bagagedragers!
Het was die vijfde reis dus nog ver voor zonsopgang toen we de lange weg, dwars door de jungle, richting Tikal inreden. Ondanks het vroege uur maakte onze chauffeur Jesús een fitte indruk; iets waar ik als reisleider alert op moest zijn aangezien ik de verantwoordelijkheid droeg voor de inmiddels diep slapende reizigers achter ons in de bus.
Op dit soort vroege en rustige momenten wisselden Jesús en ik dikwijls verhalen uit. Ook die vroege ochtend was dat het geval.
Zo vertelde Jesús honderduit over de vele kinderen die hij had bij evenzovele vrouwen. Het werken als chauffeur maakte het, zo bezag Jesús, onmogelijk een relatie in stand te houden.
Hij had zich hier al geruime tijd bij neergelegd.
Zijn kinderen uit de diverse huwelijken zag hij nauwelijks en met twee van zijn kinderen had hij helemáál geen contact meer. Het deed Jesús pijn.
Terwijl hij dit zei trok hij zijn schouders in een vanzelfsprekende gelatenheid op. Het gezinsleven was hem simpelweg uit de handen geglipt.
Meelijwekkend was Jésus echter allerminst! In de vier voorgaande reizen toonde hij zich naast een kundig chauffeur óók een geslepen vos die precies wist waar hij met de groep toeristen moest stoppen voor een hapje en een drankje om vervolgens van de uitbaters van deze zorgvuldig uitgekozen pleisterplaatsen, in het geheim, envelopjes met steekpenningen in ontvangst te nemen.
Ook kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat Jesús in ieder stadje op zijn minst één schatje had.
Na ongeveer een half uur staarden Jesús en ik, tijdens een stilte tussen twee verhalen in, naar de kleine, enkel door koplampen verlichtte, wereld voor ons. Een dunne mist dwarrelde vlak over het asfalt.
Plotseling wees Jesús me op een plek in het woud, rechts aan de kant van de weg.
Ik keek naar de plek die Jesús me aanwees maar zag niets anders dan dichtbegroeid woud. Langzaam draaide ik mijn hoofd terug naar de chauffeur en keek hem vragend aan. Zijn ogen waren inmiddels weer op de weg gericht maar zijn blik verraadde het begin van een spannend verhaal….