Onze kerstspecial van “All you need is love” was dit jaar op 27 november. De dag dat mijn ouders landen in Saigon. We kregen de vraag waar we dachten te zijn rond die tijd, zodat zij ons konden opzoeken. We hadden een visum van 3 maanden voor Vietnam. Ergens in de buurt van Saigon moest lukken. Saigon (tegenwoordig Ho Chi Min Stad) telt 9 miljoen inwoners. Voor ons niet echt aantrekkelijk om tussendoor te fietsen. We besluiten om die stad links te laten liggen en elkaar in Vinh Long, in de Mekong Delta, te ontmoeten. Mijn ouders hebben een lange reis voor de boeg. Op zondag met de trein uit Zevenaar naar Schiphol om daar in de buurt te overnachten. ‘Aaij’s cottage’ is immers niet beschikbaar. Op maandag vliegen ze, met een overstap in China, naar Kuala Lumpur. Op woensdag door naar Saigon. Daar blijven ze 2 nachten om bij te komen van deze wereldreis om op vrijdag de bus te nemen naar Vinh Long.
Wij fietsen ondertussen lekker door en zijn eigenlijk een beetje te vroeg in het zuiden. We besluiten naar de kustplaats Vüng Tau te fietsen en van daaruit onder Saigon door richting de Mekong Delta te fietsen. Er blijkt een boot te gaan vanuit deze plaats naar de Mekong. Ideaal om Saigon te mijden, maar als we informeren blijkt dat deze route een jaar eerder uit de vaart is genomen. De juffrouw van de informatie zegt dat we nog wel naar Saigon zelf kunnen varen. Dat klinkt goed.
We zoeken daarop contact met het hotel, waar mijn ouders een kamer hebben geboekt, om te kijken of we daar ook een kamer kunnen boeken. Voor ons zou dat wel 5 nachten Saigon beteken en dat drukt aardig op ons reisbudget. Ik leg in een mail uit wat de reden van bezoek is en vraag of er misschien over de prijs te onderhandelen valt. Ik krijg een positief bericht terug, maar dan blijkt dat we de fietsen niet binnen kunnen stallen. Die moeten we buiten in een betaalde fietsenstalling plaatsen, wordt ons verteld. De fietsen zijn ons te belangrijk, dus we besluiten om in Saigon op zoek te gaan naar een hotel waar we de fietsen wel veilig binnen kunnen zetten.
De dagen voordat mijn ouders aankomen vraagt mijn moeder regelmatig waar we zijn. Zij zijn al eerder in Vietnam geweest, dus kennen de omgeving. We moeten liegen over de verblijfplaatsen, want we willen mijn ouders verrassen in Saigon.
Het valt niet mee om wat te vinden in de buurt van het hotel van mijn ouders. Iedere vierkante meter is benut en ruimte voor 2 fietsen in iets wat op een lobby lijkt er nergens te zijn. Dennis stelt voor om het toch bij het hotel van mijn ouders te proberen. Vijf nachten is immers geld en als het geld voor je neus staat is er vast wat mogelijk, zo is zijn redenatie. Dat blijkt te kloppen. Er wordt binnen in de hotellobby plek gemaakt voor de fietsen.
De receptioniste zit vanaf dat moment in het complot. Zij stelt voor dat wij op de kamer wachten en ons roept als mijn ouders er zijn. Het lijkt ons leuker om in de ontbijtruimte te wachten. Daar is een spiegelwand, dus kunnen we ze binnen zien komen. Er hangt ook een camera en de beelden daarvan zijn te zien bij de receptioniste. Mijn ouders zouden ons daarop kunnen zien of in de spiegels, maar dat risico nemen we.
Mijn ouders komen met de taxi aan bij het hotel en als de receptioniste zegt dat ze er zijn, neemt de spanning toe.
Dennis en ik zitten in de bank van de ontbijtzaal, recht tegenover de spiegels. Via de spiegelwand zien we ze binnen komen. Terwijl ze naar het hotel lopen zegt de receptioniste tegen mijn ouders dat ze ‘many surprises’ heeft. Mijn vader vraagt of er dan misschien geen hotel is.
Bij het inchecken krijgen mijn vader en moeder een glas water aangereikt. “Dat is vast de eerste surprise”, hoor ik mijn moeder zeggen.
Als alles is geregeld zegt de receptioniste tegen mijn ouders dat ze de ontbijtruimte nog graag even wil laten zijn. Mijn moeder denkt nog: ”Nou een rondleiding in het hotel hebben we nog nooit ergens gehad.” Via de spiegels zien we ze aankomen en ik kan het niet laten om een gil uit te slaan. Mijn moeder slaat haar handen voor haar mond, glimlacht met tranen en zegt:” Oh, ik schrik me rot. Wat leuk!” Mijn vader kijkt ons aan alsof hij het allemaal even niet meer begrijpt. Dan zegt mijn moeder tegen de receptioniste: ”Oh, thát was the surprise!”
P.S.
Graag willen we je bedanken voor het supporten van ons avontuur. We zijn inmiddels 10 maanden, 19 landen en 13.300 km onderweg en genieten volop van iedere dag van de reis. Tot nu toe is het een avontuur dat onze stoutste dromen overstijgt. En jij draagt bij aan ons avontuur; meer dan je zelf denkt! Je leest onze verhalen, bekijkt de route die we volgen, stuurt ons berichten en reacties en doneert gul en vanuit je hart. Dat maakt ons avontuur zoveel groter dan de personen die we zijn.
DANKJEWEL!
We wensen je een fijne kerst, alvast een mooi eindejaar en een super begin van 2020; het jaar waarin we jullie terug gaan zien. Ook daar kijken we naar uit!
Liefs, Dennis en Nicole