• info@pedalenenverhalen.nl

Tagarchief nha trang

Dancing in the street

Vanaf de bovenverdieping van de Yasaka Beer Pub & Coffee Bar waar ik een cola met ijs drink, kijk ik uit op de kruising van Yersin en Trán Phú. Aan de overkant wacht de brede boulevard een beetje in gedachten verzonken op het hoogseizoen. Achter de boulevard en een paar meter lager, zie ik nog net een klein strookje strand. Hier liggen her en der verspreid plukjes toeristen die klandizie bieden aan enkele verhuurders van parasols en strandbedden. De bruingelakte strandbedden zijn gemaakt van een sterk houtsoort en bieden de overwegend zwaarlijvige zonaanbidders een ferm fundament. Daarnaast voorkomt het gebruik van de stevige strandbedden dat de achteloze passant zou vermoeden dat een en ander vanuit de zee is komen aanspoelen en als gevolg daarvan medische aandacht verdient. Die gedachte is namelijk helemaal niet vergezocht gezien het bezoek van de orkaan Nakri gisteren.

Het verkeer op de kruising voor me vloeit door elkaar in lijnen die een geheim patroon zouden blootleggen als je ze zou vangen met een lange sluitertijd. Zonder camera haal ik het patroon er niet uit dus kijk naar datgene wat in het oog springt. 

Al snel merk ik dat ik een ‘brommerskieker’ ben. Voor het overige verkeer heb ik nauwelijks oog. Dat is niets om me zorgen om te maken hoor. Zo deed ik eens een archeologische bodemverkenning met twee collega-archeologen. We liepen keurig op de juiste afstand van elkaar, en in rechte lijnen, over een dor akkertje op Guadeloupe. Ik vond op mijn verkenning voornamelijk stukjes aardewerk, mijn beide collega’s zagen vooral vuursteen. Waar ik over het vuursteen op mijn strook heen keek, misten zij het aardewerk op hun stroken.

Aardewerk en brommers dus.

Een Vietnamees die met de brommer een complete werkplaats vervoert springt in het oog. Inclusief werkbank met bankschroef. Hij kijkt niet links of rechts. Even later zie ik een bromfiets volgepakt met een volledige winkelinventaris. Ook passeren er vrij veel brommertjes waar een middelgroot gezin op zit.

Zelf heb ik mijn complete inboedel ooit op de brommer verhuisd. Ik woonde destijds in een huishoudschool aan de Larenseweg in Hilversum (ik schreef eerder over de huishoudschool in het verhaal Decembersneeuw een kerstherinnering voor Joost) en vertrok naar een technische school die wat verderop in de wijk stond. Een week lang reed ik mijn spullen op een Vespa PK50 van de ene school naar de andere. Complete bedden en kasten heb ik erop vervoerd. Wat dat betreft ben ik net een Vietnamees.

Nu pas valt mijn oog op de drie zebrapaden die op het wegdek zijn geschilderd. De witte banen zijn duidelijk zichtbaar en nergens uitgesleten. Toch stopt er niemand voor het zebrapad. NIEMAND! Geen auto, geen bus, geen taxi, geen truck, geen fiets en geen brommer. Als er zich een oversteker aandient, dan wordt deze al na twee stappen op het asfalt terug getoeterd naar de stoep die hij of zij zo stoutmoedig dacht te verlaten. De auto toetert, de bus toetert, de taxi toetert, de truck toetert, de fiets toetert (!) en de brommer toetert terwijl ze met z’n allen als een zwerm spreeuwen in de lucht, flegmatisch om de oversteker heen zwieren. Wil je toch naar de overkant, dan dien je te beschikken over oordoppen, losse heupen en een groot reactievermogen. Als een Anna Pavlova of een Rudolf Noerejev dien je je naar de overkant te dansen. Ik verbaas me over het aantal mensen dat in een half uur tijd zonder kleerscheuren de boulevard haalt. Het moeten Russen geweest zijn.

Als het laatste ijsblokje uit het glas mijn mond in glijdt, verlaat ik de Yasaka Beer Pub & Coffee Bar. Ik wandel, een beetje in gedachten verzonken, terug naar het Vitamin Sea hotel en steek daarbij zo’n drie keer een drukke weg over. Ik hou geen rekening met zebrapaden en hoor het driftig toeteren links en rechts van me toenemen. Wie houdt míj nu in de gaten? Welke dans brengt me veilig aan de overkant? Ik kán helemaal niet dansen. 

Wil je in deze donkere maanden het spannende verhaal Decembersneeuw (een kerstherinnering voor Joost) nog eens teruglezen, dan kan dat HIER.

Bezoek

Vandaag is de wereld grijs gekleurd. Althans onze wereld hier halverwege het ranke Vietnam. We zijn in Nha Trang en verwachten bezoek. De bezoeker heet Nakri, komt uit Japan, en heeft op z’n zachtst gezegd een nogal opvliegend karakter. We weten dit omdat de broer van Nakri, Matmo, ons anderhalve week geleden in Hoi An bezocht en ons een inkijkje gaf in hun, op z’n zachts gezegd, woelige familiegeschiedenis. 

Niet Matmo zelf maar de Australische eigenaar van Sisters Tavern & Pizzeria wist ons te vertellen dat nu ook de baldadige broer van Matmo van plan was ons op te zoeken. Hoe die broer heette wist de pizzaman niet, maar wel dat hij ons drie of vier dagen later in Nha Trang wilde treffen. Nicole en ik fronsten onze wenkbrauwen en begonnen met rekenen. We gingen uit van drie dagen en waren ongeveer nog 230 kilometer van Nha Trang verwijderd dus dat moest passen. We aten rustig verder waarbij ik me heel licht, maar in stilte, stoorde aan het feit dat we gedwongen werden om een planning te maken voor een ons onbekende gast.

De volgende dag trokken we er vroeg op uit. Zonder concreet richtpunt fietsten we verder zuidwaarts en merkten direct hoe prettig dat ging met een lichte wind in de rug. Het naderende bezoek van de broer van Matmo verdween daarom al snel naar de kelders van mijn gedachten en maakte plaats voor ‘The New Yorker: Fiction’-podcast.

Met zijn prettige Indiase tongval las Akhil Sharma het verhaal ‘Baster’ van Jeffrey Eugenides aan me voor. Een verhaal over een alleenstaande vrouw die op haar veertigste via kunstmatige inseminatie moeder wil worden. Willy Lamb, de verteller en ex-geliefde van de vrouw verwisselt tijdens het inseminatiefeest heimelijk zijn zaad met die van de zorgvuldig gekozen donor. De ethiek van dit verhaal hield me nog even bezig tot we door een vriendelijk ogende Vietnamese tot stoppen werden gemaand. We moesten op kleine rode plastic stoeltjes plaatsnemen en kregen tegen een kleine vergoeding een bord rijst met tofu, ei, groente en (voor mij) een beetje vlees. Koude thee en warme soep werden als bijgerechten geserveerd. 

Tijdens de lunch prikte we een speld op de navigatiekaart van de telefoon die ons die dag op 120 kilometer van Nha Trang bracht.

De dag erna verliep ongeveer hetzelfde. Met de warme wind die met ons meerolde fietsten we vrijdagmiddag laat, twee dagen voor onze afspraak met Nakri, Nha Trang binnen. De lucht was toen al grauw en grijs.

Nha Trang is een drukke bouwput. Hectisch, stads, groot en zelfs in deze tijd van het jaar toeristisch. Neonreclames, schreeuwende borden, beukende speakers, proppende meisjes, toeterende auto’s, brommers, vrachtwagens en bussen bepalen het straatbeeld en geluid. De geur wisselt voortdurend maar blijft overal liggen op een bedje van uitlaatgas.

Door de drukte zochten we vanmorgen onze weg naar het korte strand van de stad. Golven kwamen van ver en donderden oorverdovend kapot op het zandstrand. Code rood hing in de vlaggenmast waaronder de gespierde jongen van de strandwacht zijn armen nog verder oppompte door zich enkele malen op te drukken in het rulle zand. 

Een handvol Russische en Engelse toeristen lag ondanks het onstuimige weer in badkleding op badlakens. Hun ruggen gekeerd naar de kwakkende golven wilden ze hoe dan ook zien en gezien worden. De ‘oversized’ zonnebrillen op hun neuzen kleurden de lucht nog donkerder dan hij al was.

Wij besloten terug naar het hotel te wandelen en deden onderweg nog enkele inkopen en hielden daarbij rekening met de komst van Nakri later vandaag. 

Het kan ook goed zijn dat Nakri morgen aanklopt. Orkanen zijn wat dat betreft tamelijk onvoorspelbaar.

P.S. Ben je benieuwd naar het verhaal over dat inseminatiefeest? Je kunt het hier lezen. (LINK)

1
Translate »