• info@pedalenenverhalen.nl

Tagarchief malakka

Bali-medewerker

Onze fietsreis van Rijnsaterwoude naar Bali werd in Malakka wegens corona afgebroken. Toch fietsen we door naar het einddoel. Lees deel 3 van onze virtuele reis van Malakka naar Bali.

Sepang, heel vroeg in de ochtend. Onze tent speelt verstoppertje in het groen rondom het bekende racecircuit waarvan we niets kunnen zien maar alles kunnen horen. Het nerveuze hoge motorgeluid dat toebehoort aan de kleinere raceklassen heeft mijn toch al korte nachtrust, nog een ietsepietsje korter gemaakt. 

De laatste keer dat we in de tent sliepen is een maand geleden. Toen kregen we van een allervriendelijkste Maleise fietsliefhebber een vrijbrief om de tent op zijn privé strand aan de Zuid-Chinese Zee op te zetten. Er is een groot verschil tussen slapen mét en slapen zonder toestemming. Vannacht, slapen zonder toestemming, ontging mij geen enkel ritselgeluid. Hoe klein ook. Nicole daarentegen, zou het niet gemerkt hebben als er gisteravond op het nabijgelegen circuit een formule 1 nachtrace werd afgeschoten. Bij het neerleggen van haar hoofd op het kussen, leek ze al in diepe slaap verzonken.

We lossen de nacht en twee eetlepels gevriesdroogde OldTown koffie op in twee koppen kokend water en bespreken voorzichtig onze kansen op het boeken van een vliegticket naar Bali. Het vooronderzoek in het appartement van Mr. Kee in Malakka maakte duidelijk dat AirAsia, ondanks corona, nog dagelijks rechtstreeks vliegt van Kuala Lumpur naar Denpasar. Toch houden we ook rekening met een vlucht naar Amsterdam als Indonesië geen optie blijkt te zijn. In dat laatste geval zal een hereniging met onze vier voortassen, die ons vanuit Vietnam vooruit gereisd zijn naar Lovina (de plaats van bestemming op Bali), niet plaatsvinden. Onze Helinox stoeltjes, Cumulus comforter, donsjassen en andere winterbagage blijft dan voor onbepaalde tijd achter op het tropische eiland. Voor de twee stoeltjes en de fietstassen zie ik nog een taak weggelegd in de kleinschalige visserijsector op Bali, maar de winterhandschoenen en de donzen dekens en jassen zullen voor de Balinees praktisch niet van pas komen.

Nadat we de boel om 06:30 uur hebben ingepakt fietsen we het kleine stuk van het circuit naar de internationale luchthaven van Kuala Lumpur. Onderweg wijst Nicole naar een van de weinige vliegtuigen die van de luchthaven opstijgt. “Air Asia!”, duidt ze.  Iets van adrenaline laat zich direct voelen.

Ik zie veel rood op het blauwe scherm en in dat rood knippert steevast het witte woord ‘cancelled’

Het is de stilte die zich als eerste aan ons opdringt als we, met onze fietsen aan de hand, de verlaten luchthaven binnentreden. Een stilte die zich doorgaans in Europese kathedralen ophoudt. Uit evenwicht, vanwege de leegte om ons heen, zoeken mijn ogen naar houvast en vinden die bij het scherm met vertrek- en aankomsttijden. Ik zie veel rood op het blauwe scherm en in dat rood knippert steevast het witte woord ‘cancelled’. Pagina na pagina verschijnt met telkens weer dezelfde hopeloze boodschap. Dan, op pagina acht van de zestien, zien we opeens een groene vertrektijd. De vertrektijd (11:20 uur) staat bij een vlucht naar Doha die we misschien wel moeten nemen als we toch naar Amsterdam besluiten te gaan. Alle vluchten naar Europa gaan in deze lockdown-dagen namelijk via Doha. Op de volgende pagina’s zien we nog een paar groene blokjes. Ook de vlucht van AirAsia naar Denpasar (10:00 uur) op pagina vier is groen, maar die heeft wel de twijfelachtige toevoeging ‘delayed’ meegekregen.

Bij het loket van AirAsia is het net zo verlaten als in heel de luchthaven. We parkeren de fietsen voor de balie en zoeken rondom naar mensen die ons op weg kunnen helpen. We zien niemand. Ik besluit het verderop te gaan zoeken. Nicole blijft bij de fietsen. 

De eerste mensen die ik tegenkom, staan bij een koffiebar waar je, mits je de met rood-witte linten afgezette route volgt, koffie en chocoladebroodjes kunt kopen. Toegang tot de tafels en stoelen van de koffiebar is met hetzelfde plastic lint geblokkeerd. Ik wacht tot het stel (hij in zanderige camouflagekleding en zij in fonkelende papegaaienkleuren) met de koffiebekers terug de hal in loopt. Daar vraag ik hen naar hun vluchtplannen. Ze komen uit Engeland en vliegen om 11:20 uur via Doha naar Londen. Hun rondreis van twee maanden door Zuidoost-Azië, zo vertellen ze, is door corona om zeep geholpen. Ik vertel hen van onze plannen en vraag ze of ze weten waar we geholpen kunnen worden. Ze hebben geen idee. Ook de koffiejuffrouw die me twee verse chocolademuffins verkoopt weet niet waar ik met mijn vragen terecht kan. Zonder hulp maar mét twee nog warme muffins loop ik terug naar Nicole en de fietsen.

Als ik daar aankom glimt Nicole van oor tot oor. 

“En?”, vraagt ze uitdagend met een grijnzend knikje omhoog.

“Ja, niks! Je kunt verderop koffie halen maar verder heb ik niks gevonden behalve twee Engelsen die naar Doha vliegen, meer niet.”, zeg ik.

“Oh ja! En deze verse chocolademuffins natuurlijk!”. Ik reik Nicole het papieren zakje met de muffins triomfantelijk aan.

“En jij?”, knik ik terug terwijl ze de lekkernijen aanpakt.

“Ik heb tickets geregeld.”, zingt Nicole.

“Wat? Hoe dan!?”, roep ik en merk dat ik heel even los kom van de grond. Vlug kijk ik over de schouder van Nicole naar de balie van AirAsia en zie dat daar inmiddels een baliemedewerker aanwezig is die driftig in een walkie talkie staat te toeteren. 

“We kunnen mee met de vertraagde vlucht van 10:00 uur naar Denpasar. Dus we hebben alle tijd. We moeten nog wel even de fietsen inpakken in van die zakken, net als in Canada toen, maar daar is die man van AirAsia nu mee bezig. We krijgen als het goed is zo direct plastic zakken voor de fietsen en plakband. De fietstassen zijn al ingecheckt. Boardingpass en alles heb ik al.”

Vol ongeloof bied ik Nicole een enthousiaste high-five aan die ze gelukkig direct aantikt (want niets zo gênant als een onbeantwoorde high-five, zelfs in een lege luchthaven).

Zonder verder nog aan de muffins te denken begin ik aan het verzendklaar maken van de fietsen. Even later komt de baliemedewerker (door mij terstond omgedoopt tot Bali-medewerker) van AirAsia aanlopen met twee stevige doorzichtige plastic zakken en een rol breed plakband. Ik wil hem als dank, en in mijn enthousiasme, ook een high-five geven maar die wijst hij geheel volgens corona-protocol vriendelijk af. Vlammende gêne zet mijn nek voor even in brand.

Het is stil op straat

Het is stil op straat. 

Het enige dat nog flaneert op de Jalan Kota Laksamana in Malakka is de straatnaam zelf. Vanaf 19:00 uur schemert de stilte al langzaam de duisternis in. Het zwart van de nacht mengt zich ongemerkt met het verenpak van de huiskraai die ons allen nog een laatste keer de straat op roept. Huiskraaien raken in paniek als ze geen mensen zien. De paniek zal toenemen want we mogen de straat niet meer op tussen zeven uur ’s avonds en zeven uur ’s ochtends.

De Dutch Square in het hart van Malakka. Uitgestorven

Het verhaal gaat dat er militairen door de stad patrouilleren. In volle uitrusting bewaken zij de avondklok. Onze huisbaas attendeerde ons op de krijgsmannen en gaf direct enkele adviezen over hoe we de soldaten konden afschudden.

“Draag een mondkapje. Daar letten ze op want je wordt naar huis gestuurd als je geen mondkapje draagt.”

“Het beste is om te fietsen als je de stad door wilt. Op de fiets gaan ze je nooit achterna.”

“Als ze je aanhouden, spreek dan Engels. En doe alsof je ze niet begrijpt. Ze spreken nauwelijks Engels en hebben het geduld niet om het je uit te leggen dus dan laten ze je al snel weer gaan.”

“Maak met je handbewegingen alsof je rijst in je mond stopt. Dan begrijpen ze dat je op weg bent om eten te kopen. En dat mag.”

Onwillekeurig moet ik aan de tweede wereldoorlog denken.

In de tweede wereldoorlog gold ook een avondklok. Spertijd. Van acht uur ’s avonds tot vier uur ’s ochtends. Had je een verplichting of een beroep dat je tijdens de spertijd uitoefende, dan had je een Ausweis nodig, een vergunning. Ook dat geldt hier in Maleisië. Reizen kan, maar alleen als je de juiste vergunning hebt. 

Voor ons is het dus voorbij wat fietsen betreft. Onze vergunning is, laten we zeggen, tijdelijk ingetrokken. We staan geparkeerd. Bali lijkt ineens ver weg. Dat is een vreemde gewaarwording. We gaan van een gevoel van absolute vrijheid, die we nu al ruim een jaar omarmen waardoor het onze houvast is geworden, naar totale onvrijheid die ons uit balans brengt. Wat is wijsheid? Blijven of terug naar Nederland? Hier de corona-crisis uitzingen is een prima plan maar wat als het vijf maanden gaat duren? Of langer? 

Naar Nederland vliegen is wat de ambassade ons aanraadt, maar waar moeten we heen in Nederland? En als we een plek vinden, wat dan?

Social media is een zegen en een vloek in onze situatie. We blijven op de hoogte van elke ontwikkeling maar ieder bericht over genomen maatregelen of toenemende beperkingen, roept weer nieuwe vragen op. 

We zijn niet de enigen in deze situatie. We hebben intensief contact met reizigers die net als wij in Maleisië blijven hangen. Ook bij hen heerst onzekerheid. Zoals ook bij de kraaien in de bomen langs de Jalan Kota Laksamana, die maar niet begrijpen waar de mensen toch zijn gebleven.

Het is stil op straat.

Lockdown

Gisteravond bij het slapen gaan, was benieuwd wat ik de volgende ochtend op de nieuwspagina’s zou lezen. Rutte zou maandagavond het volk toespreken. Dat wilde ik vanmorgen checken natuurlijk. Ik had verwacht dat Nederland volledig op slot zou gaan, maar wat blijkt…Niet Nederland, maar Maleisië gaat vanaf woensdag 18 maart op slot. 

Lange tijd leek het hier in zuidoost Azië allemaal wel mee te vallen. Er waren mensen met corona, maar het aantal in Maleisië bleef rond de 100 besmettingen. Een paar dagen geleden lazen we op internet dat er in Brunei iemand besmet was en dat deze persoon de besmetting mogelijk had opgelopen tijdens een religieuze bijeenkomst in Kuala Lumpur waar 10.000 mensen waren waaronder zo’n 5000 Maleiers. 

Malakka

We zijn in Malakka sinds afgelopen vrijdag en huren daar een kamer in een guesthouse waar in totaal 3 kamers verhuurd worden. We hebben onze eigen slaapkamer en badkamer. En een woonkamer en keuken die we delen met de andere gasten. Maar er zijn helemaal geen andere gasten, dus hebben we het rijk voor ons alleen. 

De verhuurder, Mr Kee, is een ontzettende aardige man die ons bij aankomst vertelde dat alles in Maleisië in orde is en we ons geen zorgen hoeven te maken wat betreft het coronavirus. Al helemaal niet in Malakka, want daar heeft niemand corona, volgens Mr Kee. 

De koelkast lag vol met appels en sinaasappels. We hebben een watertank met warm water, koffie, thee en koekjes. Mr Kee drukte ons op het hart dat we alles op moeten eten. Er is geen kookplaat, maar het eten buiten de deur is goedkoop. Dus we hebben geen enkele reden om te koken. 

Tot vanmorgen vroeg. Toen lazen we dus dat Maleisië in gedeeltelijke ‘lockdown’ gaat. 

Om 9.00 uur kwam Mr Kee al langs om ons te informeren over de lockdown. We kunnen in zijn huis blijven zolang we willen. Als we dan toch ergens opgesloten moeten zitten dan is het hier bij Mr Kee een prima plek. Ik vraag hem wat nou precies de regels zijn. Volgens hem mogen we morgen de straat nog wel op, maar moeten we grote groepen mensen vermijden. Als ik hem vraag of hij misschien een kookplaat voor ons heeft is het antwoord nee, maar hij zal ons eten brengen. Zijn vrouw kan een extra portie koken. Ik vraag me af of het echt zo is dat hij morgen de straat op mag om ons eten te brengen.

Ondanks dat de supermarkten openblijven wil ik toch wat in huis hebben. In de buurt zitten wat mini-markets. Hier kun je o.a. brood, frisdrank, melk en noedelsoep kopen. Groente, fruit en yoghurt is er niet te krijgen. Een grote supermarkt verderop verkoopt dit wel en gaat om 10.00 uur open. Dennis waarschuwt al dat het er waarschijnlijk druk zal zijn en hij heeft gelijk. Ook hier lijkt het wel de dag voor kerst. Winkelwagentjes vol en lange rijen, maar toch lijkt iedereen er relaxed onder. Geen gevecht om het laatste pak wc-papier of reinigingsmiddel. Wel heel veel mensen, dus de kans voor verspreiding van het virus is groot. Toch doen we onze boodschappen. Met wat spullen in de kar gaat Dennis in de rij staan en begeef ik me tussen de rijen mensen op zoek in de schappen naar alles wat we nodig hebben. We kopen voornamelijk fruit, yoghurt en broodbeleg. Dat kunnen we in de kleine winkeltjes in de buurt niet krijgen.

Met z’n allen (ook Dennis) geduldig in de rij bij de supermarkt

Als we terug zijn heeft Mr Kee me de regels van de gedeeltelijke lockdown gestuurd. De grens gaat dicht. Alle scholen, overheidsgebouwen en winkels zijn vanaf morgen gesloten. Restaurants waarbij je kunt afhalen mogen openblijven. Je mag naar buiten voor een wandeling of om te joggen, maar kom niet te dicht in de buurt van anderen. 

Deze lockdown geldt in ieder geval t/m 31 maart. Dus tot die tijd blijven wij bij Mr Kee in Malakka. Ons visum is geldig tot eind april. Het plan was om een week in Malakka te blijven. En vanaf Kuala Lumpur naar Bali te vliegen. Dat plan hadden we al aangepast naar: we blijven zo lang mogelijk in Maleisië, omdat we denken dat we hier het beste af zijn. We hebben dus geen idee hoe dit verder zal gaan. Als het niet nodig is en we aan het einde van ons visum nog naar een ander land kunnen dan Nederland, komen we niet naar huis.

Voor nu even het laatste ijsje
1
Translate »