Het valt niet altijd mee om een geschikte slaapplek te vinden. We proberen zo low budget mogelijk te reizen en zouden het liefste willen wildkamperen. Langs de kust van Kroatië is dat bijna onmogelijk. Er zijn erg veel rotsen waar je je tent niet kunt neerzetten. Hierdoor zijn we regelmatig aangewezen op een camping of een goedkoop onderkomen. Campings zijn nauwelijks open. En als ze open zijn dan betalen we bijna hetzelfde als voor een appartement. Dan is de keuze snel gemaakt. We vinden de kust van Rijeka naar Split mooier dan die aan de kant van Istrië. Enige nadeel is dat we de weg delen met al het overige verkeer. En doordeweeks is het er druk met vrachtverkeer en bussen. De meeste houden rekening met ons, maar er zijn er ook die niet op ons rekenen en niet meer kunnen remmen, waardoor ze rakelings langs ons rijden. Het is wij of de weggebruiker aan de andere kant. In het weekend is het er een stuk prettiger om de fiets.
Als we op zaterdag vertrekken uit Senj komen we na 45 km het eerste dorp tegen waar we koffie kunnen drinken en wat boodschappen kunnen doen. We besluiten te proberen om een plekje voor de tent te zoeken als we het dorp weer zijn uitgefietst, maar er lijkt geen geschikte plek. Rond 16:00 uur komen we een geitenboer tegen op de weg. We vragen of hij Duits spreekt en hij knikt ja. Als we hem vragen of we mogen kamperen bij de geitenschuur zegt hij nee. We wijzen naar het veldje bij de schuur en vragen of we daar de tent neer mogen zetten. Dan knikt hij ja. Hij loopt een stukje mee en wijst ons de weg. We lopen het paadje naar beneden en staan ineens oog in oog met een kudde nieuwsgierige geiten.
De geitenboer volgt en de geiten gaan de schuur in. We mogen een kijkje komen nemen. In de schuur staan nog een hoop jonge geitjes nieuwsgierig tegen de houten wand op te springen. Ze willen allemaal even onder hun kinnetje geaaid worden. Wij gaan de schuur uit en de boer sluit zich erin op. Wij vragen ons af of hij het goed begrepen heeft dat wij er onze tent neer willen zitten, dus we treuzelen nog even. Na een half uurtje van het uitzicht genoten te hebben zetten we onze tent op en pakken onze kookspulletjes uit. Als het toch niet de bedoeling is zijn we zo weer ingepakt. Een uur later komt hij de schuur uit. Zwaait en wandelt naar de weg waar hij aan de overkant zijn huis binnengaat. Het is helder en het koelt snel af.
Als het donker is staan er miljoenen sterren aan de hemel. Het is adembenemend. De enige keer wanneer we dit gezien hebben was toen we vrijwilligerswerk deden in Costa Rica. Ook daar was het pikkedonker. Zo donker is het in Nederland helaas niet, dus zie je niet hoeveel sterren er aan de hemel staan. We slapen heerlijk en worden de volgende dag uitgezwaaid door de geitenboer en zijn vrouw.
Tot aan Split fietsen we langs de kust over de drukke D8. Bij Split besluiten we de kust te verlaten en een weg te nemen die meer door het binnenland loopt. Het blijkt een verstandige keuze. Het is minder druk en ook een heel ander landschap. De afwisseling is aangenaam. De zee maakt plaats voor bergen. Wie denkt dat het langs de kust vlak is om te fietsen heeft het mis, maar hier moeten we wat meer klimmen. In Nederland waait de wind vaak uit het westen. Hier blaast hij vaak uit het oosten, dus we hebben hem vooral tegen. Klimmen en harde tegenwind is niet mijn favoriet. En helemaal niet als het er ook nog bij gaat regenen. Na dagen van mooi weer kunnen wij ons bijna niet voorstellen dat het gaat regenen, maar het is toch echt voorspeld. We vinden een mooie plek voor de tent. En als we gegeten en afgewassen hebben barst het los. Het is net alsof we in een geitenschuur liggen. De tent heeft de geur van de geitenkeutels van het veldje bij de boer goed geabsorbeerd. Misschien is die regen ergens goed voor en spoelt die de geitenlucht eraf. De volgende ochtend pakken we ons boeltje nat in en fietsen richting Bosnië en Herzegovina.
We lezen op de reisapp van Buitenlandse Zaken dat er voor Bosnie en Herzegovina veiligheidsrisico’s gelden. Ons verblijf moet geregistreerd zijn, dus wildkamperen zit er niet in. We kunnen het beste gebruikmaken van de grote grensovergangen anders kunnen we een boete krijgen voor “illegaal verblijf”. We moeten oppassen voor zakkenrollers. Is dat in Nederland ook niet zo? We zien geen reden waarom we dit land niet zouden kunnen bezoeken. We fietsen richting de grens als we worden tegengehouden door een man die geen woord Duits of Engels spreekt. Hij probeert ons duidelijk te maken dat we daar de grens niet over kunnen. Iets met de politie. Hij noemt allerlei plaatsnamen op, maar het zegt ons helemaal niks. Hij tekent op een briefje hoe we moeten fietsen. We tonen hem op maps.me waar we naartoe moeten (3 km verderop), maar volgens hem kunnen we daar echt de grens niet over en moeten we dus wat extra (klim)kilometers maken. We hebben die dag al extra kilometers gemaakt, omdat de weg was afgesloten. Dat hield in dat we een mooie afdeling hadden, maar verderop weer omhoog mochten klimmen. Dennis vindt dat we het gewoon moeten proberen bij de grens, maar ik denk dat die man het niet voor niets zegt en we volgen zijn raad op. De weg naar de andere grens levert weer wat extra spierkracht op. We mogen weer klimmen. Bij de grens krijgen we een stempel in ons paspoort en kunnen verder. We horen van de eigenaresse van het appartement dat de grens waar wij over hadden gewild de oude grens was en dat deze al 3 jaar gesloten is. Dat wist maps.me blijkbaar nog niet.
De mensen in Bosnië en Herzegovina zijn bijzonder vriendelijk. De meeste spreken geen woord Duits of Engels, maar toch willen ze een praatje met je maken. Dennis is verbaasd over mijn talenknobbel. Ik denk die mensen te begrijpen, maar misschien vertellen ze me wel iets heel anders dan dat ik denk. Ze toeteren en zwaaien en houden rekening met je op de weg. En het is ook nog eens een mooi land. Wat wel jammer is, is dat ze niet echt bezig zijn met het milieu. Ze lijken alles van zich af te gooien of in de brand te steken. En er mag in de restaurants en cafés gerookt worden. Dat is met mooi weer niet erg. Dan zitten wij buiten, maar als je met regen zin hebt in een bakkie of even probeert op te drogen dan rook je gezellig een peukje mee. Dit is trouwens in Kroatië ook zo.
Als we bij Mostar vertrokken zijn gaat het na 10 km mis. Ik hoor Dennis iets zeggen over een lekke band. Eerst denk ik nog dat hij zegt dat ik een lekke band heb, maar het is zijn eigen achterband. De buitenband is bij de velg gescheurd waardoor hij lekt rijdt. We hebben geen buitenbanden mee, maar wel iets om de buitenband mee te plakken. Een noodoplossing. We fietsen die dag niet ver. In totaal 48 km, dus we hopen dat met het lapwerk de tocht voortgezet kan worden en we de volgende bestemming zullen halen. Ideaal is het niet. Ondanks dat geen lange afstand is die dag is het een pittig ritje. We hebben wind tegen, het regent en we moeten flink klimmen. Kilometers lang hebben we een stijgingspercentage van minimaal 10 procent. Bij iedere bocht hopen we dat het daarachter vlak is of bergje af, maar helaas. En dan gaat het 5 km voor aankomst toch weer mis. Ik hoor een sissend geluid en Dennis vraagt of ik lek rijd. Het is weer zijn achterband. Lopen we verder?
Dennis stuurt Branko, waar we die nacht zullen slapen, een sms dat we moeten lopen en het nog even kan duren voordat we er zijn. Opnieuw gaan de tassen eraf en gaat de fiets op z’n kop als er een auto stopt. Het is Branko. De fiets van Dennis wordt ingeladen. Die van mij kan er ook bij, maar ik besluit de laatst kilometers te fietsen. We zijn geen fan van de fietsen op elkaar liggend te vervoeren. En die laatste kilometers red ik ook nog wel. De laatste 3 km mag ik ook nog afdalen, dus de beloning van het klimmen is eindelijk daar.
Branko verhuurt 3 kamers boven zijn restaurant. Verder is er in de weide omtrek helemaal niks. We moeten dus wel bij hem eten en na weken zelf gekookt te hebben vinden we dat helemaal geen straf. Hij stelt voor om iets typisch van het land te koken. Ik vraag hem voor mij iets vegetarisch te bereiden. Ik eet wel vlees, maar er moeten vooral geen vetjes of peesjes aanzitten. We krijgen ieder brood en salade. Dennis eet kalfsvlees met aardappels. Ik een koolgerecht met patat. Het smaakt heerlijk!
De volgende ochtend bekijken we de achterband opnieuw. De scheur in de buitenband is groter geworden. Volgens Branko is onze eerste mogelijkheid voor het kopen van een buitenband 68 km verderop in Trebinje. Opnieuw lappen we de band op. De binnenband wordt geplakt en tegen de binnenkant van de buitenband leggen we een oud stukje buitenband. Je zou het een “thuisbrengertje” kunnen noemen. Alleen is 68 km klimmen en dalen best een eind. Het ziet er goed uit, maar als de fiets de tassen weer achterop heeft is de bult in de band ook weer groter. Ik vrees dat we Trebinje zo niet gaan halen. Dan maar op de hartelijkheid van de bevolking hopen en liften indien nodig. Na 7 km komen we in Ljubinje. Bij een bedrijfje met autobanden stoppen we. Dennis wijst de plek van de buitenband aan en de man gaat opzoek. Helaas. Hij heeft een aantal fietsbanden, maar niet de goede maat. Hij krabbelt de bandenmaat op een briefje. Wenkt Dennis dat hij mee moet in de auto en gebaart mij bij de fietsen te blijven. In een gammele VW Golf zie ik ze vertrekken. Na 10 minuten komen ze terug. Mét een buitenband. Ik steek mijn duim omhoog en de Bosniër trekt zijn schouders op van: tuurlijk regel ik dat. Het is een goedkoop exemplaar uit een Chinese Blokker, maar beter dat dan met een scheur in je band nog 61 km moeten fietsen. We bieden de bandenman een kop koffie aan als dank, maar daar wil hij niets van weten.
Als we onze weg vervolgen worden we al snel staande gehouden door de politie. Ze staan op de weg met een stopbordje te zwaaien. Uiterst vriendelijk worden we aangesproken en wordt ons gevraagd of we toeristen zijn en waar we heen gaan. Dan zegt ze: ”accident”. Ik vraag of er verderop een ongeluk is gebeurd, maar ze schudt van nee. Ze kan echter ook niet uitleggen wat ze bedoelt, zover reikt haar Engels niet. We krijgen een briefje met een foto van mensen op een scooter gefotografeerd in de buitenspiegel van een auto met een tekst in het onleesbare Servisch. Dan gaan we samen met de agente en nog een dame in een geel hesje op de foto. Deze wordt gemaakt door een andere agent. We hebben geen idee waar het voor is, maar we lachen vriendelijk.
Ik vraag me af wat dit voor een dag is. In ieder geval één waar we zonder lekke band of klapband aankomen in Trebinje. En waar we allerhartelijkst met een raki (vuurwater) worden ontvangen bij appartement Ivana.
Vanmorgen vroeg een dikke zoen en de felicitaties van Niekie in ontvangst genomen. Ik ben jarig.
Ontbijt op bed! Broodje met jam. Blijkt de jam te lekken. Hele tas onder de jam. Goedemorgen!
We hadden vandaag een plan. Het plan was om vroeg op te staan en het grootste deel van de 80 km etappe in de ochtend te rijden. Het zou immers warm worden!
Na het plakkerige ontbijt direct de tent afbreken en de tassen op de fietsen. Ik pak mijn fiets… Lekke band!
Fiets op de kop en plakken maar. Onze vroege start liep dus al snel vertraging op.
8 uur zaten we goed en wel in het zadel. Het was al direct warm dus insmeren geblazen.
Het waren vandaag weliswaar minder stijle klimmetjes maar de lengte, de temperatuur en het valse plat maakte de etappe van vandaag de zwaarste tot nu toe. Er was geen ontsnappen aan de hitte.
We keken uit naar de camping. Om een uur of drie reden we de ingang op. Stik kapot. Bij de receptie aangekomen werden we begroet door een geit. Dat schijnt in Frankrijk heel gewoon te zijn. Een vrije in- én uitloopgeit merkte ik al snel. De geit liep immers met ons mee de receptie binnen.
Plekje voor de tent? Geen probleem. Ik geef u een schaduwplaats, aldus de receptionist.
De camping ligt in de plaats Volstroff. Onderweg hiernaartoe deed dit me al fantaseren over het Oostblok en het communisme. De naam klinkt zo Russisch.
Nu we met de fiets ons plekje zochten, werd die gedachte steeds meer werkelijkheid. Laat ik er maar niet langer doekjes omheen winden. We zitten op een Oostblok-camping!
De bodem is zo hard als het optreden van Stalin tegen afvallige communisten. De campingwinkel kent net zoveel lege planken als menig supermarkt in het Oost Duitsland van Erich Honecker (al lijkt het volk in het iniminie zwembad zich kostelijk te vermaken; volgens mij is het pure propaganda!).
Kortom een verjaardag om snel te vergeten!