• info@pedalenenverhalen.nl

Tagarchief herinneringen

Fietsend tussen de rijstvelden

Vietnam, het land van de harde bedden! Daar is niets aan gelogen. Gisteren heb ik een formulier voor ons guesthouse in moeten vullen. Ik heb het A-4tje volgeschreven met ons matras als ondergrond. Verder niets. Met balpoint. Niet 1 keer met de punt van de pen door het papier geprikt. Zelfs niet bij mijn handtekening. Zo hard zijn de matrassen in Vietnam. We slapen er prima op omdat we moe zijn van het fietsen maar ik merk dat ik vannacht op mijn zij heb gelegen. Ik heb een pijnlijke schouder. Na wat navraag bleek Nicole ook een pijnlijke schouder te hebben. 

We verbijten de pijn en pakken onze fietsen om op zoek te gaan naar een ontbijtje met koffie. We zijn gisteren in Mai Chau aangekomen, 140 kilometer ten zuidwesten van Hanoi en we moeten het plaatsje nog verkennen. Dit zullen we te voet moeten doen want mijn achterband staat plat en die ga ik niet plakken op een lege maag. 

Na een korte wandeling vinden we zoete broodjes en koffie met ijsklonten. Dit blijkt genoeg voeding om de achterband te repareren. Als we dan even later toch door de rijstvelden fietsen, zien we voor het eerst echt hoe mooi de omgeving hier is. We hebben er twee dagen over gedaan om van Hanoi naar Mai Chau te fietsen maar hebben niet veel achterland gezien. Links en rechts van de weg waarop we fietsten was het grotendeels bebouwd en we moesten tussen de huizen door kijken om de achterliggende akkers te zien. 

Als we na anderhalve dag fietsen de bergen in klimmen worden we eindelijk door de groene natuur omarmt. We hebben dan al een tropische regenbui te verwerken gekregen maar eerlijk gezegd werkte die verkoelend. De warmte in Vietnam is niet te vergelijken met die van de -stan landen. Hier in Vietnam begin ik al te zweten als ik naar mijn fiets kijk. En niet zo’n klein beetje… Het zweet loopt met liters tegelijk in een constante stroom langs de klep van mijn pet, via het frame van mijn fiets op straat. Mijn shirt en broek zijn doorweekt en glimmen van het zweet alsof ik zojuist vanuit het water op het droge getrokken ben. En zo voel ik me ook. De hele dag door.

De berg van die middag blijkt 700 meter hoog. En al na tien meter met een klimpercentage van 6% loop ik leeg. Letterlijk en figuurlijk. Dat zweten is een nieuwe dimensie voor me. Ik moet daar nog even aan wennen merk ik. 

Die berg ligt inmiddels weer achter ons. Zo gaat dat met fietsen. Voordat de volgende berg (nog steiler en hoger) zich aandient nemen we een rustdag en die brengen we dus hier, tussen de rijstvelden van Mai Chau, door. 

fietsen tussen de rijstvelden

We fietsen via de rijstvelden per ongeluk naar een klein dorpje dat tussen de bergen verstopt ligt maar dat toeristen desondanks feilloos weten te vinden. Ze worden er namelijk met bussen tegelijk gelost en lopen een door gidsen geleid rondje langs diverse tafels met handwerk en ander toeristisch gerei. De traditionele huizen zijn er van donker hout en staan op palen maar om dat te zien moet je goed kijken want koelkasten met blikjes cola, vriezers met ijsjes en terrassen met grote menu-borden schreeuwen harder om aandacht. En dan is er ook nog de alom aanwezige wifi. Voor als je even helemaal geen zin hebt in omgeving.

We fietsen snel verder.

Vlinders. We zien prachtige vlinders zo groot als vogeltjes. Ik moet aan Erik Beishuizen denken als er een prachtexemplaar enkele meters met me op vliegt. Alsof ie aan een touwtje zit. De lange staart maakt het beeld compleet. Ik zie een vlieger voor me en dan denk ik automatisch aan Erik. Erik was in een eerder leven gepassioneerd verkoper van vliegers. Tot de zaak failliet ging. Nu verkoopt hij platte tv’s en die schijnen aanzienlijk harder de winkel uit te vliegen.

Ik heb hier in Vietnam aan meer mensen ‘van thuis’ moeten denken. Een ervan is Coen. Aan Coen moest ik denken toen ik in Hanoi ambachtelijk fraai gevouwen ansichtkaarten zag. Coen is een vriend en oud-collega waarmee te lachen valt. 

Toen Nicole me gisteren vroeg wie ik van mijn vrienden óók in staat achtte zo’n reis als de onze te ondernemen, riep ik direct ‘Coen!’. Misschien was ik zo stellig vanwege het woord ‘ondernemen’ in de vraag. Coen is leraar economie maar daarnaast, en vooral, een ondernemer in hart en nieren. Hij koopt en verkoopt bij voorkeur zaken die je handig op kunt vouwen. Zo kent hij de markt der vouwfietsen als zijn broekzak. Toen de winstmarges van de opvouwfietsen kleiner dan de fietsjes zelf werden, schaalde Coen, flexibel als hij is, óp en ging in de vouwwagens. Net zo makkelijk! (In zijn tuin staat ook nog een opvouwmotorboot. Niet gelogen!) Toen we nog collega’s waren op het Visser ’T Hooft Lyceum in Leiderdorp, riep ik tegen iedereen die het maar wilde horen: ‘Coen is een topgozer, daar kun je op vouwen!’

Eerlijk gezegd komen jullie allemaal langs in mijn gedachten. Dat is helemaal niet moeilijk als je duizenden kilometers fietst. Ik heb de tijd om aan ieder van jullie te denken en doe dat naar hartenlust. Ook denk ik veel aan mensen die er niet meer zijn, mensen waar ik geen nieuwe herinneringen meer mee zal maken. Van hen koester ik de oude des te meer. En dat lukt prima hier tussen de rijstvelden van Vietnam!

Oude en nieuwe herinneringen

Dennis:

We hebben ons twee dagen van huis getrapt en onderweg vind ik een handvol onverwachte herinneringen terug. Dicht bij huis schenk ik er nog nauwelijks aandacht aan omdat daar de herinneringen vers zijn en voor het oprapen liggen. Ik smijt ze aan de kant en fiets er dwars doorheen. 

Iets verder weg van huis, en van het heden, klampen de herinneringen zich stevig vast aan mijn zware bagagedrager. Toch maken ze het fietsen stukken lichter.

Midden in de nieuwbouw van de Leidse Rijn zie ik een oude boerderij die ik herken. Hij hoort daar niet want nergens zijn nog graslanden te zien noch vee of akkers. De akkers, het vee en de graslanden hebben plaats moeten maken voor nieuwbouw en ontwikkeling. Toch is het die ene misplaatste boerderij die mij doet beseffen waar ik fiets. De Rijn links en die boerderij op een steenworp afstand van de kade, laten me een lang verdwenen weggetje zien. Een smal weggetje dat mij en Bastiaan Staffhorst naar een tennisveld brengt. We hebben er een seizoen getennist maar onze voetstappen zijn nu diep opgeborgen; net als onze tennisrackets.

Als we daarna door de Vleutenseweg fietsen zie ik vroege vrienden op HKU feesten of in studentenkamers waar we samen tot in de late uurtjes plaatjes draaien en bier drinken. Mike, Joost, Ryan en Bas. Ik wijs naar de plekken die horen bij grenzeloos plezier en neem Nicole mee naar de mooiste momenten uit die tijd.

Even later, in de buurt van De Bilt zie ik een statig wit landhuis waar ik in de vorige eeuw met mijn eerste band Yam een radio-optreden had. Ik wijs ernaar en vertel Niek over het optreden.

In Woudenberg zie ik een bloemenzaak waar ik nooit bloemen kocht maar wel twee draaitafels die ik later voor veel geld heb doorverkocht op marktplaats. 

Nicole:

Ik woon al 17 jaar niet meer in Zevenaar. Ik heb er niet veel mee, ook nooit gehad. Wat ik er wel heb is lieve familie en vrienden. Op zondagmorgen worden we door hen uitgezwaaid. We rijden samen met mijn neefje Sem, Guus, Manon en Hilde naar Oud-Zevenaar, om Esther en Pino gedag te zeggen. Sem en Guus haken hier af en wij vervolgen onze weg richting Babberich. Hier ging ik vroeger geregeld dansen in Display met Manuela. De discotheek bestaat al jaren niet meer en heeft plaats gemaakt voor appartementen. De vriendschap met Manuela bestaat nog altijd, nu al 33 jaar. 

Via landhuis Halsaf (het verhaal ging dat als je je hoofd door de kleine raampjes van het landhuis naar binnen stak, dan werd ie eraf gehakt) rijden we naar de Duitse grens om daar Elten in te fietsen. In mijn jeugd reed ik daar paard met mijn zus. Mijn vader bracht ons er vier keer(!) per week naar toe. Toen, als kind, vond ik dat de normaalste zaak ter wereld. Nu denk ik daar anders over. 

In Elten rijden we door het centrum. Ik heb Dennis eerder al eens verteld dat ik vroeger met Manuela de Elterberg op fietste, om er daarna met een noodgang vanaf te fietsen om een ijsje te eten bij de Italiaan. Dennis vraagt zich af of die open is, maar helaas. Nou had hij ’m ook niet verdient, want hij was de Elterberg niet op gefietst.

Vroeger heb ik veel bij Manuela thuis op de boerderij gelogeerd. Tegenover de boerderij stond de Clubmühle en die staat er nog steeds. Destijds werd ie gebruikt als bordeel. Wij vonden het maar wat spannend om er steentjes tegen de ramen te gooien. 

Als we in Emmerich aankomen nemen we afscheid van Manon en Hilde en fietsen Dennis en ik samen verder. 

De bekendheid van het terrein neemt per kilometer af. We fietsen langs onbekende wegen waar ontelbare herinneringen liggen, alleen het zijn niet de onze. Dan verschijnt er een eenzame fietser naast ons en vraagt waar we heen willen. We noemen de plaats waar we naartoe onderweg zijn. De Duitse man neemt ons vervolgens mee naar een landweggetje dat ons, prachtig meanderend en autoloos, naar onze tijdelijke bestemming brengt. De zon is erbij als de man verteld over zijn dochter in Beieren. Zo maken we samen alweer nieuwe herinneringen.

1
Translate »