Onze fietsreis van Rijnsaterwoude naar Bali werd in Malakka wegens corona afgebroken. Toch fietsen we door naar het einddoel. Lees deel 3 van onze virtuele reis van Malakka naar Bali.
We zien de controlepost zo’n 300 meter voor ons. Het is een geïmproviseerde grens van dranghekken en pylonen waarvoor een stuk of 20 auto’s zich in een keurige rij hebben opgesteld. We stoppen even langs de kant van de weg om ons voor te bereiden op dat wat komen gaat: de grenscontrole.
Ik ben heel wat grensovergangen gepasseerd in mijn leven. Landsgrenzen waren het vooral. Geen districtsgrenzen want die hielden zich tot dusver schuil. Er is een pandemie voor nodig om deze onzichtbare grenzen zichtbaar te maken.
De meeste grenzen ben ik zonder problemen gepasseerd. Een enkele keer moest ik een ambtenaar omkopen om de grens over te mogen. Dat was in Centraal Amerika waar ik de corrupte gewoontes kende. Loopjongetjes met witte plastic tassen werden ingezet om paspoorten en smeergeld op te halen. Met de buit stevig in handen, renden ze de lange rij wachtenden voorbij om voorrang te kopen bij de stempelpost. De plastic tasjes werden tegen de tafelpoot gezet van de oude grenswachter met het stempelkussen en de strenge uitstraling die hoort bij autoriteiten die het niet zo nauw met de regels nemen. De barse douanebeambte greep naar de tas (de hoeveelste keer al vandaag?). Een stapel van 20 paspoorten met in elk van de paspoorten een biljet van 10 dollar. Dat was de prijs per persoon om de urenlange wachttijd op de oude spoorwegbrug die Costa Rica met Panama verbond te laten verdampen. Corruptie zichtbaar voor eenieder en op klaarlichte dag maar enkel voor de vreemdeling opmerkelijk.
Hier in Maleisië ken ik het geschmier der grenswachten niet. Van Tadzjikistan naar Kirgizië waren we bang omdat we bij een corrupte controle in de Bartang Vallei op de vlucht geslagen waren. Met het lijf vol adrenaline waren we de dans op het nippertje ontsprongen maar waren al doende gefotografeerd door een van de valse parkwachters die tijdens onze vlucht een tiental meters met ons mee rende en in zijn spurt snel enkele foto’s van ons maakte. Nicole had weggekeken maar ik had recht in de lens gekeken toen de boef afdrukte.
We waren niet ver van de Kirgizische grens toen dit hachelijke voorval zich afspeelde. De angst die het ons bezorgde had een lengte van ongeveer 50 kilometer tot aan de grenspost. Angst dat in het kleine grenskantoor mogelijk onze vluchtfoto’s zouden hangen met daarbij een aantekening van ons weigeren om te betalen voor de toegang tot het Bartang National Park. Nicole, niet helemaal herkenbaar omdat ze haar gezicht verborg in haar buff. Ik duidelijk in beeld met een blik van betrapte angst en verbazing.
Onze foto’s hingen godzijdank niet in het kleine grenskantoor. Binnen vijf minuten hadden we het loodzware Tadzjikistan verlaten en ingeruild voor het vederlichte Kirgizië.
Maar goed, deze grenzen liggen inmiddels achter ons. Vóór ons nu dus de Maleise districtsgrens tussen Seremban en Sepang die we alleen mogen passeren als we officiële Covid19-uitreispapieren bij ons dragen. We hebben zulke papieren niet.
We staan te treuzelen en weten niet goed hoe we de dingen moeten aanpakken. Gewoon gáán en zien wat er gebeurt, is mijn eenvoudige voorstel maar Nicole wil wat meer houvast en veegt ijverig door haar telefoon. Ze haalt wat correspondentie van de afgelopen dagen naar boven. Correspondentie met de Nederlandse ambassade die vooral bestaat uit mailtjes met daarin de herhaalde oproep aan ons om zo snel mogelijk het vliegtuig naar Nederland te nemen. Alle mailtjes zijn in het Nederlands dus inhoudelijk weinig bruikbaar, maar onderaan de mails staan wel de officiële gegevens van de Nederlandse ambassade hier in Maleisië dus misschien maakt dat voldoende indruk bij de grenspolitie, zo oppert Nicole. We besluiten ze bij de hand te houden. Ook bespreken we kort of we ons moeten voordoen als Nederlanders die het Engels niet goed machtig zijn. Mr Kee had dat ons namelijk aangeraden in het geval we in het centrum van Malakka door de politie werden aangehouden tijdens de lockdown. “Blijf Nederlands praten en doe of je de agenten niet begrijpt. Dan hebben ze er na een paar minuten al genoeg van en laten ze je met rust”, zo adviseerde Mr Kee.
Ook onze Italiaanse fietsvriend Stefano is het met geveinsd onbegrip gelukt om in Frankrijk de grens naar Spanje te passeren tijdens de lockdown.
We besluiten dan maar een beetje van beide te proberen. De mails van de ambassade en een beperkte beheersing van het Engels.
We stappen op voor de laatste 300 meter naar het checkpoint en passeren de rij wachtende auto’s.
Bij de grens aangekomen, worden we direct tegemoet getreden door een strenge beambte in een bleek uniform. Het enige kleurrijke aan de man is zijn blauwe mondkapje en zijn de twee lichtblauwe medische handschoentjes om zijn vingers.
“Document please!”, klinkt het afgemeten.
Terwijl we onze mondkapjes haastig opzetten doe ik voor de vorm een overbodige vertaling en vraag Nicole de ambassade-mails tevoorschijn te toveren.
Tegelijkertijd inspecteert het bleke uniform met de blauwe vingers onze fietsen met meer dan normale interesse.
Hij vraagt waar we vandaan komen. Mijn slechte Engels laat ik geheel tegen ons voornemen in varen en ik vertel hem van onze lange fietsreis. De grensbewaker luistert aandachtig, lijkt niet direct onder de indruk, en oogt al die tijd onafgebroken streng.
Nicole rijkt de man haar mobiel met daarop een van de ambassade-mails aan. Hij neemt de telefoon van Nicole over en bekijkt de mail. Ik vertel hem ongevraagd dat we onderweg zijn naar het vliegveld en dat we hopen terug naar Nederland te zullen vliegen. Een loslippige leugen.
De man blijft stoïcijns naar het scherm van de telefoon staren.
Dan heft hij zijn hoofd omhoog.
“You can go but you must leave the bicycles here!”, klinkt het bars.
Nicole en ik kijken elkaar verschrikt aan.
“Wat bedoelt ie nou?”, vraagt Nicole.
“What do you mean?”, vertaal ik prompt.
Zijn strenge blik barbapapaat zich onverwachts tot een brede glimlach. Zelfs zijn uniform lijkt een beetje kleur te krijgen.
“You have beautiful bikes, I want to have them!”, verklaart hij lachend.
Ook wij lachen hoewel de grap nog niet helemaal wil synchroniseren.
“Enjoy your travel, have a good flight and stay healthy”, zegt hij als hij de telefoon grijnzend teruggeeft aan Nicole.
Als we langsfietsen buigt de beambte licht en beweegt zijn armen zoals een torero dat doet met zijn rode lap wanneer hij een stier behendig laat passeren.
Op naar het vliegveld!