• info@pedalenenverhalen.nl

Tagarchief fietsreizen

De geur van verre reizen

Onze fietsreis van Rijnsaterwoude naar Bali werd in Malakka wegens corona afgebroken. Toch fietsen we door naar het einddoel. Lees deel 4 van onze virtuele reis van Malakka naar Lovina op Bali.

Hoog boven Maleisië lees ik me een oude wereld in waarin twee merketten de waarde hebben van een halve braspenning. Straks landen we in een wereld waarin 2000 rupiah net zoveel waard is als een halve ringgit, een dubbeltje of inmiddels al twintig jaar 10 eurocent. We zijn door heel wat valuta’s gekoerst het afgelopen jaar. Veel omgereden en veel omgerekend. We geven ons deze reis nog een laatste keer over aan het zadel en aan het zoveelste betaalmiddel. We hopen op een gunstige koers.

Onze fietstassen draaien eenzame rondjes op de lopende band als we onze aankomst op Bali met ongeveer tien medereizigers willen afhandelen. Onze fietsen zijn, door een magisch inpakken, verandert in twee stuks ‘bagage met afwijkende maten’ en dienen derhalve te worden opgehaald bij een speciaal daarvoor ingericht loket. Dit loket blijkt niet meer dan een deur te zijn. Naast de deur staat onze bagage met afwijkende maten die we direct, en ter plaatse, bevrijden van het dikke inpakplastic waardoor ze weer gewoon twee fietsen worden. Als ik ze dan ook hun pedalen, spiegels en adem teruggeef, en alles vastdraai wat los zit, kunnen ze de weg weer op.

Buitengekomen voelt het vochtig warm en worden we opgewacht door een helse meute taxichauffeurs die zich wanhopig vastklampt aan de enkele vreemdeling die de luchthaven in deze coronatijd nog uitspuwt. Dat die vreemdeling zijn eigen vervoer meebrengt doet niet ter zake. “Hey mister! You need taxi, mister?” klinkt het uit een elftal mondkapjeskelen. We kunnen kiezen uit “Good price!”, “Very good price!” en “Best price!”. Als Nicole de opdringerige bedrijfstak duidelijk maakt dat we gaan fietsen, druipen ze snel af en richten hun meedogenloze pijlen op een kleine Maleier met twee grote rolkoffers. Hij is voorlopig hun laatste kans op een ritje en ze lijken stuk voor stuk vastberaden om dat ritje voor hem te verzorgen. Als een mank hert wordt de Aziaat door de gemuilkorfde troep leeuwen naar de wachtende taxi’s gedreven. Wij wachten zijn naderende noodlot niet langer af en duwen onze fietsen verder de tropische warmte van Bali in.

Het einddoel van onze tocht is ineens binnen handbereik als we ons onder constante begeleiding van een kluwen brommers losrukken van de luchthaven. Een kilometer of honderd scheidt ons nog van de begeerde loempia in Lovina. 

Daar sta je dan met je goede gedrag!

We stoppen even op een stukje kort gemaaid gras van de middenberm om voor een tweede keer te landen op Bali. De drukte hier lijkt sterk op die van Hanoi en Ho Chi Minh-stad, twee wespennesten in Vietnam. Als we eens goed om ons heen kijken valt op dat winkels en restaurants open zijn. Van een strenge lockdown zoals in Maleisië is hier nog geen sprake. Men probeert het vooralsnog met mondkapjes en afstand houden. Veel mondkapjes zijn roetzwart van de uitlaatgassen.

Voor nu is onze eerste prioriteit om de drukte uit te fietsen. Het is bijna drie uur in de middag en de lucht heeft in de verte een donkere dreiging die we herkennen van een eerder bezoek aan Bali. Toen regende het tropisch en steevast om vier uur in de middag. Het lijkt erop dat het ritme van die klok in 15 jaar tijd niet is veranderd.

Rechtstreeks naar Lovina fietsen, wat kan, voelt alsof we onze fietsreis afraffelen dus we besluiten nog maar eens een omtrekkende beweging te maken en de westelijke kustroute te zoeken naar het nationale park in het noordwesten van het eiland. Geen idee of dat te doen is maar Bali voelt zo ontzettend klein nu we de halve wereld over zijn gefietst dat verkeerd fietsen op dit eiland onmogelijk is geworden. 

Twee jonge Balinezen in schoolkostuum (lichtblauw overhemd met korte mouwen en blauwe korte broek, rugzakje) en fietsend op gele mountainbikes doen een ‘Hello Mistertje’, en aarzelen wat richting onze middenberm. Een van de binkies durft te vragen waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan. “Belanda, Lovina”, antwoord ik met een brede lach. De kereltjes kijken elkaar heel even stilzwijgend aan. Het blijft stil. Blik op onze fietsen. Ik vraag hen hoe het op school was. Ze antwoorden elk met een woordeloos schouderophalen. Onze fietsen met bepakking hebben een betoverend effect op de twee, merk ik. Als we opstappen en verder fietsen volgen de ventjes ons nog zeker een kilometer door het gejaagde verkeer. In mijn spiegeltje zie ik ze omkeren als ze eindelijk genoeg hebben van de achtervolging. Een licht verzetje.

Als we de lange en trage, want drukke, Jalan Legian door Kuta achter ons hebben, volgt een volgende straat in het verlengde. Links en rechts onveranderd een onuitputtelijk aanbod van winkels, supermarkten, banken, eet-en slaapgelegenheden en brommers. Wanneer houdt dat in godsnaam op? 

Na anderhalf uur ploeteren zijn we het zat en lopen de lobby van het luxe Seminyak Hotel binnen. We mogen voor belachelijk weinig geld blijven logeren dus dat doen we. Onze fietsen parkeren we in het hok naast de zwembadpomp. 

Terwijl buiten de regen inmiddels in loodrechte strepen op het asfalt klettert, sta ik onder een net zo verkoelende douche. Ik verheug me op het eten van vanavond. Eindelijk weer gado gado, rendang, saté en martabak. Wie weet al een loempia! Het echte spul zeg maar, en niet de namaak van de CONserven IMport en EXportmaatschappij uit Baarn. 

Maar als ik me na het douchen dan heel even op het spierwitte queen-size hotelbed laat vallen, sta ik plotseling oog in oog met een oeroud Indonesisch vrouwtje, gebogen als een kromzwaard, die me specerijen wil verkopen voor een halve braspenning. Ik heb braspenning noch merket en probeer dat de oude vrouw duidelijk te maken door hopeloos op mijn broekzakken te kloppen en daarna mijn lege handpalmen aan te bieden. Het kromme vrouwtje spreekt een andere taal en blijft aandringen. Als ik me omdraai en bij haar wegloop, schuifelt het kruidenvrouwtje me achterna. Ze zit me op de hielen en zingt in plat Amsterdams en met de stem van een kind: “Koop bij mij de geur van verre reizen”.

Het Loempia-Avontuur

De vertrekdatum van ons loempia-avontuur is bekend. Uiteraard onder alle voorbehouden is gekozen voor 23 februari, een zonnige zaterdag (ook onder voorbehoud). Dit betekent dat we rekening houden met ’een koude start’. Terwijl ik dit schrijf worden er in Polen twee donzen slaapzakken en een extra deken gemaakt die ons door de eerste koude weken moeten helpen. Het dons is waterwerend want ook met regen en vocht houden we rekening. In Indonesië wordt momenteel gezocht naar superlichte sarongs die voor ons tot lakenzakken worden genaaid. De tent die ons in Canada tegen de beren beschermde hebben we ingeruild voor een iets ruimer model (iets hoger vooral) waarin we met onze mini stoeltjes kunnen zitten als het nodig is. 

We zitten dus nog volop in de voorbereidingen. De route die we voor ogen hebben brengt ons vermoedelijk naar de volgende landen:

Duitsland

Oostenrijk

Italië

Slovenië

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Montenegro

Albanië

Griekenland

Turkije

Georgië

Armenië

Azerbeidzjan

Iran

Turkmenistan

Oezbekistan

Tadzjikistan

Kirgizië

China

Vietnam

Laos

Thailand

Maleisië

Indonesië

Veelgestelde vragen

We krijgen heel vaak de vraag: ”Hoeveel kilometer fietsen jullie dan ongeveer per dag?”. Het antwoord is moeilijk te geven. We willen vooral zoveel mogelijk zonder tijdsdruk fietsen. Daar hoort de vrijheid om ergens waar het de moeite waard is ’te blijven hangen’. Ook gaan we voor het Blog en de Podcast op zoek naar verhalen en kan het zijn dat de verhalen ons ophouden of ons een andere richting in sturen waardoor we wellicht niet linea recta op Bali afstevenen (we reizen niet om aan te komen, zoals Goethe al eens zei). Daarmee is ook de vraag: ”Hoe lang doen jullie erover?” beantwoord.

De vraag: ”Waarom?”, is makkelijker te beantwoorden. We stelden onszelf ongeveer een jaar geleden de vraag: ”Wat zou je graag nog eens doen in je leven?”. Als vanzelf ga je over prachtige avonturen fantaseren. Als je daarbij optelt dat er om ons heen, in korte tijd, diverse lieve mensen ziek werden en stierven, dan groeit het besef dat je niet moet wachten tot pakweg je pensioen, om je dromen waar te maken. 

En voor je het weet heb je met het stellen van een simpele vraag een zaadje gepland dat als je het blijft voeden, als vanzelf begint te ontkiemen.

De keerzijde

Toch is daarmee nog niet alles gezegd. Er is een keerzijde. Vrienden en familie moeten we missen. Nicole moet haar mooie baan in het AVL opzeggen, en ik moet een fantastische drumkruk bij KOLBAK inruilen voor een Brooks zadel. Wel voegen we daar vol overtuiging het woord ’tijdelijk’ aan toe want terugkeren is voor ons net zo mooi als vertrekken.

We gaan niet op vakantie

Het woord vakantie is afgeleid van ’vacatio’, Latijn voor ’vrij zijn van verplichtingen’. Die vlieger gaat voor ons niet op. We hebben er nadrukkelijk voor gekozen om een aantal verplichtingen aan te gaan. Zo zijn we in gesprek met een bedrijf dat ons wil sponsoren in ruil voor geschreven content, en proberen we de verhalen die we onderweg maken zo goed mogelijk te vertalen naar ons Blog en naar onze Podcast. Het eerste interview voor de lokale krant hebben we inmiddels gehad (moet nog verschijnen) en tot eind februari doen we ons best om daar nog enkele vervolgstappen aan toe te voegen. Hierbij kunnen we je hulp overigens goed gebruiken dus heb je suggesties met betrekking tot sponsoring of het vergroten van ons netwerk, neem dan vooral contact met ons op.

We hopen dat je ons actief en met plezier blijft volgen, dat geeft ons het heerlijke gevoel dat jullie met ons meereizen. We hebben plek voor iedereen op onze bagagedragers!

Eindelijk alles lekker voor elkaar…

Na de welverdiende rustdag ging de tent weer in de fietstas en begonnen we de dag met een snelle afdaling richting de Gas ’N Go. De dag beginnen met een sloot koffie is hoe het hoort. Een sandwich met een halve kalkoen vult de buiken en doet dienst als bodem voor een dag stevig doorfietsen. We hadden onze zinnen gezet op Coombs Campground; een camping met een rodeo, een meer en een zwembad. Alles wat wij nodig hebben is een stukje grond waar de haringen in kunnen, water, toilet en een douche.

Door schade en schande wijs geworden besloten we in Parksville een simkaart te kopen. Bellen en internet binnen handbereik, en op ieder gewenst moment, beperkt ongetwijfeld de misverstanden.

Het fietsen gaat lekker. Hier en daar een heuvel, hier en daar een afdaling. Alles in een ontspannen tempo. De warmte is goed te doen. Zeiknat van het zweet als het heuvel op gaat maar weer droogwapperend als het (hard) heuvel af gaat.

Bijna hadden we Parksville gemist, zo lekker ging het. De route lag om het stadje heen en op het moment dat we de bewoonde wereld achter ons lieten stopte Niekie om de laatste afslag naar het centrum te nemen. Dat bleek een goede keuze. Niet alleen vonden we een plek met heerlijke cappuccino en broodjes, ook konden we er de gewenste simkaart met databundel kopen. Voor wie ons wil bellen, ons lokale nummer is 250-937-9716.

We besloten direct na het verlaten van de telefoonwinkel de beoogde camping te bellen om een plekje voor de dag te reserveren. Appeltje eitje. Coombs Campground had plekje No.4 voor ons vrij. Vervolgens opende we de app die ons de juiste richting moest vertellen (inmiddels Pocket Earth ipv Maps.Me. Pocket Earth is net iets sneller exacter en toont meer offline informatie, maar dit terzijde). We klikte op het tenticoontje in de app, lieten ‘m de route berekenen en vervolgde onze koers.

Toen we een paar uur later de (opnieuw) hooggelegen camping hadden bereikt bleek de receptie onbewoond. We parkeerden onze fietsen en waren blij dat we de benen even konden strekken. Ik keek wat rond, zocht een bel, en klopte op wat deuren. Geen reactie of teken van leven. De telefoon bracht uitkomst. Ik belde het laatstgekozen nummer. De telefoon ging over. Ik vroeg Nicole op te letten of ze de telefoon in de receptie kon horen overgaan. Niekie hoorde niets. Aan de andere kant van de lijn werd opgenomen. Ik had dezelfde dame van de reservering eerder aan de lijn. Ik vroeg haar waar de receptie was en vertelde haar dat ik dacht dat we er vlak voor stonden. Het was heel even stil aan de andere kant van de lijn. “Just follow the sign that says ‘OFFICE’”, antwoordde de dame van Coombs Campground op een toon die een mix van verbazing en ‘hoe moeilijk kan het zijn?’ in zich droeg. Ik vroeg haar nog of ik om het bord te zien wellicht iets verder het terrein op moest fietsen. Dit bevestigde ze. Ik hing op met de woorden “See you in a minute!”.

“Het moet iets verder op het terrein zijn, Niek”, zei ik. “We moeten een bordje met ‘OFFICE’ erop tegenkomen”. De camping was niet erg groot. Een lake zag ik 1,2,3 niet, laat staan een zwembad of een rodeo. Toen ik een stel zag dat een mega grote RV (camper) stond te wassen vroeg ik hen waar ‘the OFFICE’ was. Ze wezen ons op het receptiegebouw waar we heel de tijd op hadden staan kloppen. Ik begon te vermoeden dat er iets helemaal niet klopte!

We keken nog eens goed naar de app. Keken om ons heen. Ik vroeg Niekie of ze wist hoe deze camping heette. “Whiskey Creek Campground”, zei ze. “In Coombs?”, vroeg ik. Toen viel het kwartje bij Niek. We stonden op de verkeerde camping. Er waren er twee in deze regio die we allebei op internet hadden bekeken. De camping met meer, zwembad en rodeo had ons de beste optie geleken. Daarvan hadden we een screenshot gemaakt en die had ik ook gebeld. Op de app hadden we simpelweg de andere camping aangeklikt en waren er zondermeer naartoe gereden. Negen kilometer verder dan de camping met het door ons gereserveerde veldje 4.

“En nu dan?”, vroeg Nicole. “Terugrijden!”, zei ik. De Whiskey Creek Campground stond me niet aan en ook de omgeving had weinig te bieden dus terugfietsen leek me de betere optie.

Zo gezegd, zo gedaan.

En dat was maar goed ook! Op de terugweg viel ons namelijk een Thais restaurant op waar we die avond heerlijk hebben gegeten. Ook was er vlakbij de camping een koffietentje met heerlijke koffie en de allerlekkerste broodjes van de wereld.

Zo zie je maar. Soms moet je verkeerd rijden om het juiste pad te vinden.

Little Shithead on Westwood Lake

Niekie en ik hebben op de camping aan Westwood Lake geslapen als twee babies in een draagzak. Even leken we te vechten tegen de slaap omdat er juist op het plekje naast ons een jongen en een meisje een poging deden om hun tent op te zetten. Het had er alle schijn van dat er al doende een relatie naar de knoppen geholpen werd. De vrouw sprak de man aan met ‘Little Shithead’ en toen de vrouw vroeg “Are you listening to me?”, antwoordde hij berustend “I’m ALWAYS listening to you”. Even genoten we van de mooie woorden die het stel met toenemend chagrijn op elkaar afvuurden maar de slaap won het van de nieuwsgierigheid.

Toen we de volgende ochtend om zes uur al klaarwakker de tanden stonden te poetsen was het stil op de camping. De mega motorhomes hadden de luiken dicht en de stilte was oorverdovend. We besloten even later de berg af te dalen voor een ontbijtje want Niekie dacht er op de heenweg een soort winkelcentrum te hebben gezien. Dat bleek niet meer dan een tankstation te zijn. Ook die moest nog even op ons wachten want tijdens de splijtende afdaling liep ik een lekke achterband op. Met de fiets aan de hand kwamen we aan bij het Gas ’N Go tankstation. Koffie (mega groot zoals alles hier) en een sandwich vormden het voorspel op het plakken van de band. Tijdens het voorspel besloten Niekie en ik verder af te dalen naar Bowen street; de straat waar volgens de Gas ’N Go-guy maarliefst drie fietsenzaken waren gesitueerd. De geplakte achterband zou immers meer lucht nodig hebben dan ik er mogelijk met de handpomp in kreeg. Een reserveketting leek ons, gezien de ervaringen van de dag ervoor, erg nuttig om de rest van de reis bij ons te hebben. Wat extra schakels voor de ketting en voor beide fietsen een binnenband werden ook op het lijstje gezet.

Waar we ook allebei wat voor voelden was een rustdag. We waren nu bij een mooi meer dat ons verkoeling en zwemplezier beloofde en waar we een heerlijke hike omheen konden maken. Het definitieve besluit hierover viel stilzwijgend tijdens de klim terug naar de camping (ook dit keer moesten we afstappen om boven te geraken).

Met onze comfortabele stoeltjes, onze Ereaders en gehuld in zwemkleding, nestelen we ons aan de rand van Westwood Lake.
Nog even en het begint op vakantie te lijken!

P.s. Hoe het met het mopperende stel in de tent naast ons is afgelopen weten we niet. Na het beklimmen van de berg waren ze in geen velden of wegen meer te bekennen.

12
Translate »