• info@pedalenenverhalen.nl

Tagarchief Avontuur

Hier zijn we! Een jaar later…

Waar zullen we over een jaar zijn? Dat vroegen we ons af toen we vorig jaar op de fiets stapten. We zijn in Kuala Terengganu (Maleisië) en hebben 15.831 km getrapt door 22 landen. De loempia lonkt. 

Het is best bijzonder dat we zo’n eind hebben gefietst. Ik hield namelijk helemaal niet van fietsen. Toen Dennis en ik net verkering hadden bedacht mijn schoonmoeder Ted een leuk uitje. Met z’n allen (Ted, wij, schoonzus Natas, zwager Rob en de meiden Britt en Lois) een weekend naar Texel. De auto’s bleven op het vaste land en toen we van de boot stapten ging het verder op de fiets. Op de fiets, terwijl de auto gewoon mee kon op de boot! Met tegenwind fietsten we naar het hotel. Ook de andere dagen gingen we fietsen. We hadden immers geen ander vervoer. Ik kan niet zeggen dat de liefde voor fietsen toen is geboren, sterker nog ik vond dat fietsen helemaal niks. Gezellig was het wél daar met z’n allen. 

In 2016 stelde Dennis voor om op fietsvakantie te gaan. Ik verslikte me bijna in m’n koffie. “Ga jij maar fietsen, dan kom ik er wel hardlopend achteraan.” Dat vond ik een veel beter idee. Uiteindelijk werd het toch fietsen. Met heel veel spullen van de buren die we mochten lenen, vertrokken we naar Zuid-Frankrijk. Daar ontstond de liefde voor fietsen. Door de snelheid van fietsen zie je zoveel meer dan met de auto of het openbaar vervoer.

Inmiddels lach ik op de fiets!

Het afgelopen jaar is omgevlogen, maar als ik door de foto’s scroll is het bijna onwerkelijk dat zoveel belevenissen in een jaar passen. Een jaar vol mooie ontmoetingen, nieuwe vrienden, zoveel gastvrijheid onderweg, jezelf beter leren kennen, een zere kont, heel veel zweten, vele bergen overwonnen, samen een fiets omhoogduwen.  Te veel om op te noemen. 

Gastvrijheid neemt de tijd (Turkije).

Gisteren vroeg een Maleier ons wat de meeste indruk op ons heeft gemaakt. Ook daar is niet één antwoord op te geven. Het zijn de kleine dingen die ons zo’n warm gevoel geven. Mensen die je een fles water, een stuk watermeloen of een ijsje aanbieden. Ook vroeg hij wat het ergste was wat we hadden gezien. Dat is het vele afval langs de kant van de weg en wat in het water drijft. En de dieren (honden, varkens, kippen) die opeengestapeld onderweg zijn naar de slacht. Is het in Nederland dan veel beter? Nee. Ik heb dan ook besloten geen vlees meer te eten. 

Heel vervelende dingen hebben we niet meegemaakt. Dat hebben we natuurlijk te danken aan de vele gelukspoppetjes die we mee kregen op reis en de heilige Christoffel van Ine. De Christoffel is van haar vader geweest. Ze gaf hem ons mee om ons te beschermen op onze reis. In de middeleeuwen bad een reiziger tot de heilige Christoffel, de patroonheilige van de reizigers, voor een veilige reis.

Hard gaan we niet, maar we komen er altijd.

Onze reis gaat nog even door dus we blijven onder de hoede van Christoffel en de gelukspoppetjes. We denken hard na over hoe we verder gaan nadat we de loempia op onze lippen hebben geproefd. Fietsen we door? Vliegen we naar elders en fietsen we van daaruit naar huis? Zetten we de fietsen opzij en gaan we voor alternatief vervoer? 

Het afgelopen jaar hebben we intens beleefd, met elkaar en met iedereen die ons volgt en steunt. Het was een feestje en het ís een feestje. We hebben het avontuur 365 dagen gezocht en 365 dagen gevonden. En wat wacht ons morgen?

Een nieuw avontuur!

Tot morgen.

Links of rechtsom, het maakt niet uit. Avontuur vind je overal!

Ankerplaats Rijnsaterwoude

Een reis begint natuurlijk ergens.

In menig reisverhaal of -verslag wordt de plaats van vertrek grotendeels buiten beschouwing gelaten. Hooguit meldt de schrijver de plaats als vertrekpunt en na thuiskomst nóg eens, om aan te geven dat het verhaal erop zit. Een beschrijving van wat als ankerplaats van een reis kan worden beschouwd, ontbreekt nog al eens omdat een reis pas is begonnen als je de ankerplaats achter je laat.

Onze ankerplaats is Rijnsaterwoude. 

Om een beeld te vormen van Rijnsaterwoude, in geval je dit pittoreske dorp in Zuid-Holland nog niet kent, nodig ik je uit mee te doen aan de volgende oefening.

Je mag even denkbeeldig je ogen sluiten. 

Rijnsaterwoude is een lintdorp. Het lint wordt gevormd door de Herenweg (kies nu zelf in gedachte een zijdezacht lint in je favoriete kleur; de mijne is groen). De Herenweg is van oudsher een verbindingsweg tussen Alphen aan den Rijn en Amsterdam. Van die eeuwenoude handelsweg ligt een meter of 1200 a 1300 in het dorp Rijnsaterwoude. Veel langer is het niet (maar het is precies even lang als jouw denkbeeldige lint!).

Stel je nu voor dat er een hardloopwedstrijd wordt georganiseerd over de oude handelsweg tussen Alphen aan den Rijn en Amsterdam. We noemen ‘m voor het gemak de ‘Historische Herenweg Run’ (Nicole zou zéker meelopen, en ik ken er nog een paar die ongetwijfeld enthousiast worden bij alleen al het idee! Er zullen er zelfs enkelen zijn die het organiseren van deze loop serieus gaan overwegen…).

Als nu alle inwoners van Rijnsaterwoude zich, met schaar in de hand, aan één kant van het parcours zouden opstellen om de deelnemers aan de ‘HHR’ aan te moedigen, dan kan iedere bewoner ongeveer een meter van het zijdezachte lint afknippen. Handig, want dan hebben ze iets om mee te wapperen tijdens het aanmoedigen. De toeschouwers zouden, aangezien ze maar een meter van elkaar af staan, ook elkaars handen met gemak even vast kunnen pakken om zodoende een menselijk lint te vormen. Al doende kunnen ze een ‘wave’ in gang zetten bij iedere passerende hardloper; de golf als ultiem symbool voor het prachtige Braassemermeer waaraan ons dorp grenst. Hoe mooi is dat!? 

Mocht iedereen zich daarentegen aan beide zijden van het parcours verdelen, dan kunnen de inwoners elkaars hand net niet vasthouden maar zou het onthaal met de meterslange wapperende linten voor de passerende hardlopers niet minder indrukwekkend zijn. 

Zo’n groots dorp is Rijnsaterwoude!

Bedankt voor je deelname. Je mag denkbeeldig je ogen weer openen.

P.S. Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat de bewoners van Rijnsaterwoude hoogst zelden samenkomen om hand in hand een lint door het dorp te vormen. Het sluipverkeer van de nabijgelegen N207 op werkdagen echter twee maal daags. Misschien dat we de handen nog eens ineen slaan om dáár iets aan te doen?

Terug naar waar het begon en twee nachten in Bangkok

In deze aflevering van de Pedalen en Verhalen Podcast gaan we terug naar de plek waar onze reisplannen zijn ontstaan en is er Tijd Voor Een Goed Verhaal.

Coen vertelt over zijn nogal bijzondere tussenstop in Bangkok aan het begin van zijn wereldreis van 6 maanden. Een tussenstop die hij ieder jaar opnieuw beleeft.

Heb je zelf een goed verhaal die je graag in de podcast wilt vertellen, of heb je vragen over ons of over de reis, stuur ons dan even een mailtje naar info@pedalenenverhalen.nl.

Heb je genoten van de podcast?  Deel ‘m en zegt het voort!

En mocht je het nog niet gedaan hebben, vergeet dan niet te abonneren op de podcast!

 

Laura

Laura woont in het prachtige Victoria, de hoofdstad van British Columbia. Laura is een dame halverwege de tachtig en besloot vanmorgen, nog op het frisse uur, de stad in te gaan. De eerste strepen zon kropen door de straten dus ze besloot haar jas thuis te laten. Lopen viel nog niet mee, maar eenmaal achter de rollator werd de pas alsmaar steviger.

De rollator en de strepen zon trokken Laura naar de hoek van Fort- en Government Street in downtown Victoria. Haar stevige stappen en het feit dat ze aan de zonzijde van de straat liep maakte het voor Laura al snel een aangename wandeling. De oude vrouw sloeg vastberaden linksaf.

Government Street bood haar een breed voetpad langs Munro Bookstore en Murchie’s, het koffiehuis dat haar bekend voorkwam. Een flinterdunne herinnering aan een ontbijt met haar man deed haar even stilstaan. Ze werd een geur van regen gewaar die haar in de war bracht. Hoorde die regen bij de herinnering of begon het op deze stralende dag opeens te spetteren? Ze liep verder. Lopen maakte aan iedere vraag een einde.

Toen ze het drukke Yates Street had bereikt leek het haar geen goed idee om de oversteek te wagen. Ze draaide de rollator om en liep de weg terug langs Murchie’s, nu aan haar rechterhand, waarbij ze even inhield toen ze de geur van verse koffiebonen rook. Het bracht haar een moment terug naar een pleintje in Oaxaca in Mexico maar dat deed er nu niet toe want een scheve tegel maakte dat er een horde moest worden genomen. Ze duwde zichzelf over de tegel terug richting Fort Street. Ook daar kroop het verkeer omhoog. Oversteken links of rechts? Treuzelen had ze haar hele leven niet gedaan dus deze keer ook niet. Oversteken was geen optie met al dat verkeer dus omkeren die rollator! Het ruime voetpad op Government Street leek haar uit te nodigen voor een fijne wandeling. De boekenwinkel links, met het wonderschone plafond, deed haar denken aan een boodschap die ze niet mocht vergeten want haar man las graag een krantje bij de koffie. De herinnering maakte Laura warm van binnen toen ze juist op dat moment langs het chique Murchie’s liep. Daar kon je pas lekker koffie drinken! Ze probeerde zich de boodschap die ze moest doen te herinneren maar een jongeman met een telefoon aan zijn oor versperde haar de weg. Hij was zo druk in gesprek dat hij Laura niet opmerkte. Laura op haar beurt had de tijd dus besloot even te wachten. Door het raam van Murchie’s zag ze een jong stel zitten die enkel oog voor elkaar hadden. Even herkende Laura zichzelf in het meisje maar de excuses van de bellende knul die voor haar rollator stond maakte dat ze weer een duw aan de dag gaf. Richting Yates Street.

Er was voor Laura geen doorkomen aan op Yates Street dus het beste wat ze kon doen was terug gaan. Toen ze langs het koffiehuis Murchie’s liep werd ze door een alleraardigst meisje aangesproken. Het meisje droeg een zwart schort waarop in sierlijke gouden letters Murchie’s stond gestikt. Het meisje nodigde Laura uit om het koffiehuis binnen te gaan. Lijdzaam volgde ze de jonge meid naar binnen. Zou haar man daar binnen zitten soms, vroeg Laura zich af. Het meisje wilde dat ze aan een leeg tafeltje kwam zitten en vroeg of ze misschien trek had in een glas water. Laura moest even wennen aan de nieuwe omgeving, waardoor ze de vraag over het water inmiddels vergeten was. Ze zag nog net hoe het meisje achter de toonbank verdween. Aan het tafeltje rechts van haar zat een jong stel met een broodje en een kop koffie. Ze waren duidelijk verliefd. Even verscheen er een glimlach op het gezicht van Laura. Toen vroeg ze zich af met wie ze eigenlijk had afgesproken. Het feit dat ze het niet meer wist maakte haar onrustig. Hoe lang zat ze nu al te wachten? Laura bedacht dat ze maar beter kon vertrekken. Omdat ze niet meer wist waar ze Murchie’s precies was binnengekomen, liep ze helemaal door naar achteren. Het moest die openstaande lift helemaal achterin zijn geweest, waarmee ze binnengekomen was. Anders wist ze het ook niet. Ze duwde haar rollator de lift in en drukte op de lichtgevende nul. De liftdeur sloot zich vlot en opende zich een verdieping lager. Voor zich zag Laura een klein gangetje met toiletten. Laura moest helemaal niet plassen dus ze wist niet precies wat ze hier deed, maar toen ze de openstaande deur aan de andere kant van het gangetje zag, en de straat erachter, was het verder een ABC-tje.

Ze stond weer in het zonnetje, maar waar? Ze was nu in het lagergelegen Langley Street maar daar had Laura geen weet van. Ze begon met lopen. Dat bracht haar altijd verder.

Op Fort Street besloot ze met het zonnetje mee omhoog te lopen richting Government Street. Op de hoek aangekomen werd ze getrokken door het mooie en brede wandelpad aan de linkerkant. Ze moest van zichzelf een beetje voort maken. Haar oog viel al snel op een wonderschone boekhandel die ze passeerde. De etalage had een statige uitstraling die haar heel even aan haar man deed denken. Ze zag ‘m plotseling in trouwkostuum voor zich lopen en besloot hem te volgen richting Yates Street.

Voor het luxe koffiehuis Murchie’s, werd ze door een meisje aangesproken. Ze werd vriendelijk uitgenodigd om het koffiehuis binnen te treden. Even zocht ze contact met haar man aan het einde van de straat maar die was waarschijnlijk bij Yates de hoek al om gelopen. Hij zal vast wel weten dat ze bij Murchie’s op ‘m wacht.

Laura werd aan een tafeltje gezet en kreeg een glas water. Het vriendelijke meisje kwam even bij haar zitten en vroeg haar naam. Ze vertelde haar dat ze Laura heette. Haar achternaam moest ze voor het koffiemeisje spellen. Laura koos voor haar meisjesnaam. Het meisje schreef alles op een papiertje. Ze bleef maar vriendelijke vragen stellen. Ze wilde vooral weten waar Laura woonde en waar ze naartoe moest. Laura gaf daar geen antwoord op. Wat deed het er ook toe. Ze zat even op haar man te wachten. Hij was er op uit voor een boodschap en kon ieder moment terugkeren. Het meisje leek tevreden met het antwoord en verdween weer. Laura zag even later dat het meisje stond te bellen. Precies op dat moment begon Laura zich af te vragen hoe ze Murchie’s eigenlijk binnen was gekomen. Achter, in het verlengde van de toonbank zag ze een lift. Zonder nadenken stond ze op en zette koers richting de lift. Even later drukte ze op een gloeiend rode nul. Toen de liftdeur zich, na het afdalen, voor haar opende stond ze bij de toiletten. Ze had helemaal geen aandrang. De openstaande deur aan de andere kant van het gangetje bood uitkomst. Even draaien en hup, ze stond buiten. ‘Wat een heerlijk zonnetje’, dacht Laura, en ze besloot een stukje te gaan wandelen. Ze liep in de richting van Fort Street. Daar bleef ze het trottoir volgen, omhoog richting Government Street. Een politieauto passeerde haar rechts op Fort Street en vanuit het verlengde van Government Street zag ze een politiebusje voor het stoplicht staan. Nieuwsgierig geworden van de aanwezigheid van zoveel politie besloot ze ook linksaf Government Street in te gaan. De politieauto stopte vlak voor een boekenwinkel en het busje stopte eventjes verder voor een koffiehuis met de naam Murchie’s. Laura versnelde haar pas enigszins om niets te missen van het aanstaande politieoptreden.

Er was iets met een van de meisjes van Murchie’s want zij werd door twee agenten aangesproken. Toen het drietal Laura in het oog kreeg liepen ze op haar af. Laura vroeg zich af of ze de agenten van dienst kon zijn maar kon niet bedenken hoe. De agenten waren buitengewoon vriendelijk en wisten zelfs haar naam. Dat was vast omdat ze haar man kenden want die zat immers bij de vrijwillige brandweer, waar hij ook zo’n pak droeg met van die epauletten op z’n schouders. Waar ze woonde wilden ze weten. En waar ze naartoe moest. De agenten waren zo vriendelijk aan te bieden om haar eventueel te brengen. Ze kon in het busje plaatsnemen, dan waren ze er zo.

Vanachter het raam van Murchie’s zag een jong stel hoe een demente vrouw met haar rollator door twee agenten een politiebusje in geholpen werd. Het duurde even voordat de agenten het oude besje zover hadden dat ze meeging. Het stel hoopte vurig dat het mensje goed terecht zou komen.

123
Translate »