• info@pedalenenverhalen.nl

Tagarchief 5000 km

Na 5000 kilometer

Vandaag zijn we door de 5000 kilometergrens gefietst. Dat viel niet mee want het kwik van de thermometer verdampte waar je bij stond. De weg kookte. Letterlijk. Glimmende druppels teer borrelden uit het wegdek omhoog. Als we over de druppels heen reden maakten ze het geluid van klappertjespistolen. Na verloop van tijd werden de druppels plassen en kleefden onze fietsbanden hinderlijk aan het wegdek. Met het teer aan de banden vingen we langs de kant van de weg steentjes zoals een vliegenstrip vliegen vangt. Ondertussen bleven we maar lurken aan onze bidons. Het water was veel te warm om te verkoelen maar het was het enige dat we om handen hadden op de lange heuvelachtige wegen. Schaduw was er alleen onder het klepje van mijn pet. Ik kroop er met heel mijn lijf onder.

Dieren lieten het wijselijk afweten vandaag. Vogels waren op een hand te tellen. De stokstaartachtige beestjes die ons gisteren de hele dag vermaakten door in de berm steeds in blinde paniek met ons mee te rennen, over de kop te slaan en te piepen als muizen in het nauw, om vervolgens in hun holletjes weg te duiken, staken vandaag hun kop nergens boven de grond. Werden we gisteren verrast door een veld met enkele honderden ooievaars, vandaag was er geen enkele kans op zo’n fantastisch schouwspel. Hoogstens in een fata morgana want luchtspiegelingen vulden de horizon van ’s morgens vroeg tot laat in de middag.

Zomaar een stukje waar we 82 mochten

Een paar vliegen en een enkel vlindertje heb ik gezien. Én een verdwaalde schildpad die zonder onze hulp de overkant van de weg nooit zou halen. Alleen voor de schildpad was het fijn dat we hadden besloten de ruim 70 kilometer van Aksaray naar Nevsehir te fietsen.

Nu ik niet werd afgeleid door pijlsnelle stokstaartjes of trage ooievaars, kon ik me eens concentreren op geuren. Onvoorstelbaar wat er allemaal te ruiken valt als je van Rijnsaterwoude naar Bali fietst. 

Het ergste ruikt de dood. Er gaat geen dag op de fiets voorbij dat we de dood niet ruiken. De geur van de dood rijkt ver dus hij komt snel en blijft lang hangen. Ik doe mijn best om iedere keer als er een dode hond (of een ander kadaver) langs de kant van de weg ligt mijn adem in te houden. Ik rook de dood liever niet over mijn longen, ik weet niet waarom. Ja, dat weet ik wel, omdat het stinkt! Maar misschien ook om welk rottingsproces dan ook buiten de deur te houden. 

Er zijn ook fijne geuren. Naaldbomen, vers gemaaid gras, hooi, stro, de waterige geur van de nevel die sprinklers op de akkers verspreiden (vooral vandaag was die heerlijk). De geur als je ’s morgens hongerig een bakkerij die vers brood bakt binnenloopt. Versgemalen koffiebonen als je trek hebt in een bakkie.

Het landschap is prachtig

Vervelend zijn de uitlaatgassen. Na 5000 km fietsen heb je zoveel dieselpluimen gezien, geroken en geïnhaleerd, dat je serieus gaat twijfelen of het wel gezond is om van Rijnsaterwoude naar Bali te fietsen. Je hebt het idee gezond bezig te zijn maar het fijnstof die je binnenkrijgt kan wel eens gigantisch zijn. Op de Balkan komt daar het roken ook nog eens bij. Daar is nog geen ontmoedigingsbeleid en wordt er overal gerookt. Cafés en restaurants staan daar blauw van de rook. Iets wat je je in Nederland gelukkig niet meer voor kunt stellen.

De laatste dagen bereikt me echter een geur die ik letterlijk en figuurlijk niet thuis kan brengen. Het is een geur die nieuw voor me is. De geur is buitengewoon sterk en ruiken we soms honderden meters lang. Ik kan de geur niet beschrijven want ik kan ‘m nergens mee vergelijken. Zo nagelnieuw is die geur voor me. Ik heb het vermoeden dat het een boom is die de geur verspreid maar zeker ben ik er nog niet van. 

Ben je nieuwsgierig geworden naar die geur? Je vindt ‘m op zeker op de D300 van Aksaray naar Nevsehir. Het is een ritje van zo’n 70 kilometer maar pas op! Het kan er bloedheet zijn.

1
Translate »