Zo’n rustdag geeft je de tijd om alle gedane indrukken eens rustig te verwerken. Je status als vakantiefietser is toch een bijzondere. Mensen groeten je en moedigen je aan als je bergop worsteld en boven komt. Wat opvalt is dat het vooral mensen van middelbare leeftijd en daarboven zijn die een knikje, duim of aanmoediging voor ons over hebben. Fietsers (vooral wielrenners en mannen) onder deze leeftijd lijken zich vooral op hun eigen prestaties te richten. Van hen geen blik van verstandhouding.
We komen nu ook meer collega vakantiefietsers tegen. Ik moet zeggen, een eigenaardig slag mensen. Op onze huidige camping in Wiltz staan we met drie stellen en hun tentjes naast elkaar. Allen fietsers. De man van het derde tentje (van onze tent af gerekend) bijvoorbeeld, sprak vanmorgen met een volume van ongeveer 60 decibel tegen zijn vrouw. Nu komt het! Nadat hij, gewapend met een rol toiletpapier, de wc had bezocht, sprak hij teruggekomen met liefst 85 decibel tegen zijn vrouw. Een stijging van maarliefst 25 decibel! Het was Nicole ook opgevallen. Verder waren hun fietstassen en shirts knalgeel. Ook al zo schreeuwerig.
Links van ons schreeuwt een klein meisje al geruime tijd om haar vader. Ik heb het vermoeden dat vader er niet is. Wel hoop ik vurig dat hij louter om een boodschapje is.
In tent 2 zit een stel waarvan de vrouw zich manifesteert als een heuse kilometerfetisjist. “Hoeveel km hebben jullie gefietst?”, vraagt ze zodra we op ons campingplaatsje aankomen. “Bijna 400 km, zegt Nicole, we doen de Groene Weg!” Dan was het volgens madam onmogelijk dat we 400 km hadden gefietst. Haar man oppert dat we wellicht niet in Maastricht gestart waren. Wij beamen dit en Madam neemt schoorvoetend genoegen met deze lezing. Even later (manlief toont zijn fetisj voor kwaliteitfietsen en campingaccessoires) begint manlief over onze fietsen. Nicole, zo had hij direct gezien, reedt ook op een Santos. Net als zijzelf. Echter reden zij op een Santos met rohloff naaf en riem. Net iets beter dan de fiets van Nicole. Ik zeg: “Dat klopt! Haar ketting is al op dag 3 gebroken!”. Nou, hij reed al 10-20 duizend km op een riem die ingescheurd was. Zelfs dán nog niet nodig om te vervangen! Uiteraard hadden ze een reserve riem bij zich mocht het onwaarschijnlijke toch gebeuren.
Madam corrigeert inmiddels de bewering van haar man. Het gaat volgens haar al zeker om 30 duizend kilometer! Manlief stemt berustend in met de 30 duizend kilometer.
Manlief ratelt nog wat door over mijn fiets (onnodig duur) en nodigt ons uit om eens naar hun uitrusting te komen kijken (hun tent was het neusje van de zalm). Daar konden we als aspirant vakantiefietsers ons voordeel mee doen mochten we volgend jaar weer gaan fietsen. Op de achtergrond is Madam aan het uitzoeken hoe het komt dat ze volgens planning 64 km zouden afleggen naar de camping maar in werkelijkheid 54 km op de teller hadden staan.
Ik heb vannacht (ik had hoge nood en de toiletten waren nét iets te ver) tegen een tent staan pissen waarvan ik, uit betrouwbare bron, heb vernomen dat het werkelijk hét neusje van de zalm moet zijn.