De laatste dagen kunnen we vanuit de Vogezen spreken van perfect fietsweer. Een beetje Hollands zelfs. Bewolkt, af en toe een buitje, niet te warm. Dat is toch vaak het mooie van vakantie, je rijdt 800 km naar het zuiden en bent het gelukkigst met een beetje Hollandse toestanden.
Over Hollandse toestanden gesproken! We hebben gisteren gratis op een camping in Darney geslapen. Bij aankomst was er niemand van de camping. Er zou tussen 18:00 en 20:00 uur iemand aanwezig zijn om ons in te checken. Al wat er kwam; niets!
We hebben nergens zo goed geslapen als daar in Darney.
Inmiddels zijn we op een deel van de route beland waar we aardig wat Hollandse collega-fietsers tegenkomen. Zo is daar de ‘Yellow Army’. Dit is een stel dat felgele fietstassen aan de fietsen hebben. De gele man draagt ook nog eens een geel T-shirt tijdens het fietsen. We zijn ze tegengekomen in de supermarkt (2 keer) en bij een koffiestop onderweg. In de ‘super’ had de gele man 5 gasflesjes (blauw) voor zijn kookstelletje in zijn mandje. De dag ervoor was er namelijk een volle gasfles pardoes leeggelopen. “Niet meer te redden!”. “Spuitend aan de kant gezet!”. Hadden ze het bonenprakkie koud moeten eten. “Dat smaakte verder goed hoor”, klonk het geruststellend.
Óók Hollands is het stel waar we twee (of drie, daar wil ik vanaf zijn) dagen achtereen een camping mee deelden.
ZIJ heeft een tijdlang in het onderwijs gezeten tot de onvermijdelijke burn-out zich aandiende. HIJ zit nog steeds in het onderwijs en werkt nog altijd met frisse tegenzin naar zijn eigen burn-out toe. Voor het gemak is ZIJ al voorzichtig gestart met een mindfulness praktijkje (“Het proefklasje was reuze enthousiast en kon absoluut niet zien dat ik het voor de eerste keer deed”). Waar HIJ zich dan binnenkort mag gaan inschrijven. Overigens geheel toevallig luisteren de twee naar de namen Jan en Anneke.
(Voor niet-intimi, zo heten de ouders van Nicole ook)
Tot zover het verslag van vandaag. Er ligt een baguette met pindakaas op me te wachten…