• info@pedalenenverhalen.nl

Auteurarchief Dennis Aaij

Happy Birthday (Toer de France 2016)

Vanmorgen vroeg een dikke zoen en de felicitaties van Niekie in ontvangst genomen. Ik ben jarig.
Ontbijt op bed! Broodje met jam. Blijkt de jam te lekken. Hele tas onder de jam. Goedemorgen!

We hadden vandaag een plan. Het plan was om vroeg op te staan en het grootste deel van de 80 km etappe in de ochtend te rijden. Het zou immers warm worden!

Na het plakkerige ontbijt direct de tent afbreken en de tassen op de fietsen. Ik pak mijn fiets… Lekke band!
Fiets op de kop en plakken maar. Onze vroege start liep dus al snel vertraging op.
8 uur zaten we goed en wel in het zadel. Het was al direct warm dus insmeren geblazen.

Het waren vandaag weliswaar minder stijle klimmetjes maar de lengte, de temperatuur en het valse plat maakte de etappe van vandaag de zwaarste tot nu toe. Er was geen ontsnappen aan de hitte.
We keken uit naar de camping. Om een uur of drie reden we de ingang op. Stik kapot. Bij de receptie aangekomen werden we begroet door een geit. Dat schijnt in Frankrijk heel gewoon te zijn. Een vrije in- én uitloopgeit merkte ik al snel. De geit liep immers met ons mee de receptie binnen.
Plekje voor de tent? Geen probleem. Ik geef u een schaduwplaats, aldus de receptionist.

De camping ligt in de plaats Volstroff. Onderweg hiernaartoe deed dit me al fantaseren over het Oostblok en het communisme. De naam klinkt zo Russisch.
Nu we met de fiets ons plekje zochten, werd die gedachte steeds meer werkelijkheid. Laat ik er maar niet langer doekjes omheen winden. We zitten op een Oostblok-camping!
De bodem is zo hard als het optreden van Stalin tegen afvallige communisten. De campingwinkel kent net zoveel lege planken als menig supermarkt in het Oost Duitsland van Erich Honecker (al lijkt het volk in het iniminie zwembad zich kostelijk te vermaken; volgens mij is het pure propaganda!).

Kortom een verjaardag om snel te vergeten!

Tokkies (Toer de France 2016)

De haiku van eergisteren vertelde het hele verhaal. Wat hebben wij afgezien! Dat natuurlijk wat het fietsen betreft. Op de camping in Vic-Sur-Seille aangekomen kregen we een fijn plekje aangeboden en maakten we snel kennis met Arie. Arie is iemand die zichzelf graag hoort praten maar daarbij niemand kwaad doet. Ook is hij een vakantiefietser en tevens buurman voor een dag.

Na het opzetten van de tent begon eigenlijk de ellende. Achter ons stond een stacaravan met zo op het oog vaste klanten.
Tokkies.

Zoon Tokkie was alleen thuis en deed zich voor als aspirant dj. Volume op 10 en alleen maar intro’s afspelen. Nooit een liedje helemaal. Nu verwacht je bij de leeftijd van zoon Tokkie een hakkeboem muziekstijl maar niets is minder waar! Oude klassieke Franse chansons. Op zich leuk maar al snel irritant op voornoemd volume en steeds afkappen na max 30 seconden.

Nu zul je denken ‘kom op Denno, zeg er wat van!’, maar toeval wil dat ik een glimp van pa Tokkie had opgevangen tijdens het opzetten van de tent. Iets beviel me niet aan de man. Hoofd was té rood (drank of zon, ik gokte beiden) stem te luid en enkele aggresieve tatoeages op hooligan-plekken (oa in de nek). Om het fraaie geheel af te toppen hadden ze pa Tokkie een piercing door de wenkbrauw geslagen.
Ik liet het kind dus begaan.

We waren inmiddels een aantal uur gesettled toen de rest van het gezin zich weer bij dj-Tokkie had gevoegd. Ze waren vlees wezen halen voor op de barbecue. Weldra dwarrelden de kolendampen over ons grasveldje en door onze tent.

Vader was op een dwingende wijze luidruchtig. Naar zijn zoon, de dj, was hij ronduit vijandig. Aangezien Nicole en ik deze hele onderneming op touw hebben gezet om te genieten en te relaxen, besloten we een rustiger plekje op te zoeken aan de rand van de visvijver. Buurman Arie ging mee voor een bakkie thee.

Vakantiefietsen en roparun waren onderwerpen van gesprek. Hoogtepunt: Arie die door zijn hypermoderne supercompacte lichtgewicht strandstoel van 100 euro zakte (hij had gelukkig het bonnetje nog).

Vanaf de plek aan het water hadden we goed zicht op onze tent. Óók op de Tokkie familie achter onze tent (goed zicht vanwege de terrasvormige opbouw van de campingplaatsen alhier). Hóren konden we vooral pa Tokkie. Het leek er verdacht veel op dat hij midden in een kwade dronk verwikkeld zat. Kleine dj nog altijd mikpunt van zijn toorn.
Het tumult bij de Tokkies liep zelfs zo erg op dat Arie zijn monoloog over team 158-159 van de roparun moest onderbreken (en geloof me, dan moet er écht iets aan de hand zijn).

Over het terras van de Tokkies zagen we een stoel vliegen. Kort daarop gaf pa Tokkie de kleine dj een vuistslag in het gezicht. Moeder Tokkie (verschrikkelijk mager, vermoedelijk als gevolg van de combinatie angst en stress) deed een angstige poging om pa bij dj vandaan te houden ofwel andersom. Pa stond te schreeuwen en te wijzen naar zijn zoontje alsof ie tegenover een supporter uit de harde kern van de tegenpartij stond. In alle opzichten een zielige vertoning.
Ik ben hierop naar de receptie gelopen om melding van het voorval te maken en een verzoek voor een ander plekje voor onze tent. Ik kreeg niet de indruk dat ze van het gebeuren opkeken. Ze wisten direct om wie het ging en er ging ook direct iemand op af. Gelukkig kalmeerde pa Tokkie enigszins. Toch hebben wij én Arie, onze buurman van een dag, onze tenten opgepakt en verplaats naar een plek waar ongeveer 20 kinderen luidruchtig maar met veel plezier aan het spelen waren en, wie weet, ook dromen van een toekomst als dj.

Als Franse en Duitse tradities elkaar treffen (Toer de France 2016)

Petanque, het typisch Franse behendigheidsspel met de stalen ballen, zijn we op onze reis al dikwijls tegen gekomen. Misschien ken je het onder de naam Jeu de Boules.
Wij mogen er graag naar kijken.
Meestal doen we dit in Spanje, het land dat we in vakantietijd het vaakst bezoeken. Ook dáár wordt het spel met de stalen ballen gespeeld. In Spanje hebben ze het over petanca. Lijkt me duidelijk!
Die ‘ze’ zijn in de meeste gevallen oude mannen. Dat vinden wij ook het mooiste om naar te kijken. Oude mannen die een spelletje spelen alsof hun leven er vanaf hangt. Niet zelden heb ik de indruk dat dit werkelijk het geval is.

Vandaag zijn we op een stoffige camping in de Jura beland. Door ons reeds omgedoopt tot ‘Camping das-war-einmal’.
Hoewel de camping op sterven na dood is, geldt dit allerminst voor de petanque baan. Deze ligt erbij alsof er dagelijks gebruik van wordt gemaakt (overigens geldt dit ook voor het sanitair maar zouden we willen dat dit wat minder duidelijk zichtbaar was).

Nadat we hadden gedoucht zijn we lekker met onze e-readers bij het speelveld gaan zitten. Nicole zit midden in een spannend boek en ik verdiep me (middels Joost Zwagerman) in de Amerikaanse cultuur.

Na een pagina of 15 meldt de eerste petanque speler zich. Je kent ‘m wel. Hij is ongeveer 70 à 75 jaar oud (nog relatief jong voor een petanque speler). Alpino-petje in een lichte hoek op zijn kale hoofd. Zweedse instappers hoewel ik er iets om wil verwedden dat het hier gaat om een Franse variant ervan. Gauloise zonder filter.

De man gaat ingooien. Één van de drie stalen ballen wordt een eindje de bak ingegooid (speelveld is omringd dmv een houten schoeiing). Met de twee overgebleven stalen ballen mikt hij op de eerste. Een hoge, harde ping, gevolgd door het geluid van staal op hout, doet ons van de e-readers opkijken. De derde bal werpt hij naar de glimmende bal die dan nog het dichtst bij ligt. Wéér die hoge ping. Dit keer raakt geen van de ballen de schoeiing. Nicole en ik kijken elkaar vol ongeloof aan. Wat kan díé man mikken zeg!

De man verschuift zijn Alpino-petje lichtjes en verzamelt de ballen. Bukken doet ie niet. Een sierlijke truc met een touwtje en een magneet voorkomt dat de man door de knieën moet.

De man oefent nog wat en is daarbij zelden te betrappen op een misser. Soms gooit de man met zoveel kracht dat er een stalen bal over de rand van de schoeiing vliegt. Als Nicole de bal voor de man wil halen schiet hij in de weerstand. Hij zal de bal zélf gaan halen. En zo geschiedt.

Langzaam keren we terug in onze boeken. Dit keer onder begeleiding van een soundtrack van kaatseballen en hardhout.

Na een minuut of 10 draait er een glimmende audi RS 6 avant de camping op. Zwart met getinte ramen. Grote opengewerkte roestvrijstalen velgen. Het enige niet-zwarte aan de auto zijn de ferrari-rode remklauwen. Een lichte bassdrum is waarneembaar.

Er mag op de camping niet hard gereden worden maar het lijkt erop alsof de bestuurder zijn snelheid bewust nóg lager houdt dan de middels een bord voorgeschreven 5 km/h. Hij rijdt zeg maar als een ‘homeboy’ uit een Spike Lee film voorbij. Ik kan de chauffeur niet zien.

De man met de stalen ballen gooit onverstoord zijn trainingsworpen.
Plotseling horen we een ‘dubbele’ hoge ping schel boven de bassdrumklanken van de audi uit klinken. De oude man had wéér doel getroffen maar één van de stalen ballen was opnieuw over de houten schoeiing gevlogen. Dit keer vol op de roestvrijstalen velg van een van de achterwielen van de dikke audi.
En toen werd het stil.

Uit de audi stapt een man gekleed in een zalmkleurige polo. Op de polo afbeeldingen van de zeilen van een boot. Korte broek tot aan de knie (wit) en dito loafers.
Hij knielt bij zijn roestvrijstalen velg neer als ware het de maagd Maria. De velg wordt nauwkeurig geïnspecteerd. Tegelijkertijd windt de bootsman zich enorm op in het Frans.

De Alpino-pet steekt er een gauloise bij op en maakt duidelijk dat er wat hem betreft niets aan de velg te zien is. De bootsman denkt er anders over en keert de auto zodat de getroffen kant pal in de zon staat. Weer gaat hij vroom door de knieën. De man met de stalen ballen neemt niet de moeite de velg nog eens, maar nu met zonlicht te bekijken en maakt zich op voor een nieuwe reeks oefenworpen.

De bootsman heeft nog drie onafhankelijke juryleden naar zijn velg laten kijken (waaronder de campingbaas én zijn vrouw). Toen deze allen hun schouders ophaalden droop de audi af.

Géén bassdrum waarneembaar.

De Drôme (Toer de France 2016)

De droom is inmiddels werkelijkheid geworden.
We fietsen momenteel in de Drôme. Nog effetjes en we verleggen onze koers van de Groene Weg naar die van Camping Municipal Justin in het plaatsje Die. Daar sluiten we ons aan bij enkele vrienden uit de regio Zevenaar die dit jaar speciaal voor ons hun tent hebben opgezet in de Drôme, zodat wij een doel hadden voor onze fietsvakantie. Het duurt niet lang meer voor we er zijn en we welkom worden geheten door Erik en zijn barbecue, door Guus met zijn gulle lach en koude biertjes. Karin staat te popelen om onze stramme lichamen soepel te kneden volgens de allerlaatste massagetrends. Ursula zal, terwijl wij van dit alles liggen te genieten, ons de nodige koelte toe wuiven middels de uit het ons geliefde Costa Rica geïmporteerde palmblad.

Maak je maar eens rustig een voorstelling van dit tafereeltje.

We hebben er nu 1250 km op zitten. Misschien wel tijd om de balans op te maken. Ik heb erg veel geleerd tijdens deze tocht. Hier een kleine selectie van de door mij opgedane kennis.

– Naaktslakken hebben totaal geen gevoel voor richting.

Als er één wezen op aarde leeft zonder enig gevoel van richting, dan moet het de naaktslak zijn. Heb je wel eens naar het spoor van een naaktslak gekeken? Compleet de weg kwijt die beesten! Ik heb er gedurende deze trip honderden gezien en ál hun honderden slijksporen. Ze hebben werkelijk geen notie van waar ze naartoe gaan. Nu zal de oplettende lezer denken: “gewone slakken produceren dezelfde wanordelijke slijksporen”. Ja! Dat klopt! Maar wat de gewone slak voor heeft op de naaktslak is dat ie altijd in de buurt van zijn huis blijft!

– Fransen die met caravan of vouwwagen op vakantie gaan rijden allemaal in een Dacia Duster.

Geen enkele uitzondering dus. Ik heb sterke vermoedens dat ze die Dacia Duster kado krijgen bij aankoop van een caravan of vouwwagen. Verschrikkelijk trouwens die Dacia reclame waarin de Queen-klassieker ‘Another One Bites The Dust’ wordt verkracht. Even voor de leken op auto gebied; Dacia is een merk auto. Vroeger tijdens de koude oorlog was het een Roemeens staatskoetsje maar inmiddels is het een dochteronderneming van, ik meen, Renault die dus onder de naam Dacia goedkope Renaultjes verkoopt. De Dacia Duster is het SUV-model (Sports Utility Vehicle) van Dacia. In die reclame zingen ze in plaats van ‘Another One Bites The Dust’, ‘Another One Drives A Duster’. Freddy Mercury draait zich om in zijn graf. Ashes to ashes… to… (vul zelf maar in).

– Het mooiste geel ter wereld is het geel van zonnebloemen.

Behalve de kleur, die werkelijk top is, vind ik de zonnebloem overigens een tamelijk ruggengraat-loze bloem. Bij het minste of geringste geven ze de moed op en laten ze het kopje hangen. Als je dan langs zo’n veld met teneergeslagen zonnebloemen rijdt doet het denken aan een grote mea culpa-processie. Kortom een schuldbewuste bloem die zonnebloem. Bah!

– Fransen kunnen beter geen liedjes van AC-DC zingen bij de Karaoke.

Buiten het feit dat we er wakker van lagen klonk het bespottelijk. Nu ben ik alles behalve een expert op karaoke-gebied, maar Fransen hebben er in ieder geval geen talent voor. Ze zingen namelijk niet; het is louter schreeuwen wat ze doen. Als je dan als Fransman denkt de bink uit te hangen en als enige een Engelstalig lied uitkiest, wat op zich getuigd van lef, kies dan géén ‘Highway to Hell’ van AC-DC. Die gaat uit je Franse mond namelijk enorm ‘gay’ klinken. Dit is waarom (lesje Franse grammatica).

In het Frans wordt bij de meeste woorden die met een ‘h’ beginnen, de ‘h’ niet uitgesproken. Dit betekent dat dit een ‘stomme’ ‘h’ is. Omdat de letter die na deze ‘stomme’ ‘h’ altijd een klinker is, wordt dit gezien als de eerstvolgende letter die wél wordt uitgesproken.
Je krijgt dus (fonetisch) ‘Aaijwee toe El’. En dat klinkt best wel ‘gay’. Zing het anders maar eens een paar keer hardop als je me niet gelooft.

Dit is zomaar een greep belangrijke lessen. De lijst is eindeloos dus wil je er meer, dan kom je na de vakantie maar een bakkie halen.

Translate »